1 december 1978 338
OPEUBARE VERGADERING
VAN DE RAAD DER GEMEENTE HEEMSTEDE OP
vrijdag 1 december 1978, te 10.00uur
Voorzitter: de heer G.J. Willense, wnd. burgemeester
Tegenwoordig zijn de leden: mevrouw S.E.A. Noorman-den IJijlde he-
ren R.J. Weeteling, drs. A.H.M. van Amerongen, mr. H.C.J.L. Borghouts,
M.B.M.J. van Vlijmen, G. Hofland, mevrouw H.A.Th.G. IJsselmuiden, de he-
ren ing. M.J.M. van der Hulst, mr. C.M. van Emmerik, K. de Jong, ir.
J.A.J. Huijbregts, mevrouw S. van der Pas-Bouman, de heer Tli.W. Kaptein,
mevrouw mr. A.J. Snoep-Mook, de heer K.J. Albrecht, mevrouw M.E. Bierman-
Beukema toe Water, de heer H. Arnoldy en de wethouders, de heren mr.
M.J.E.M. Jager, drs. S. Baar cn mr. H.J.F. Reeringh.
Secretaris: de heer drs. W.H. van den Hoek.
De voorzitter opent de vergadering op de gebruikelijke wijze.
Mevrouw Snoep wordt door het lot aangewezen om bij eventuele stemmin-
gen het eerst haar stem uit te brengen.
De voorzitter stelt eerst aan de orde:
XI. Ontwerp-streekplan voor het Amsterdam-Noordzeekanaalgebied. (volgnr.
143)
De voorzitter deelt nec'e dat de commissie voor ruintelijke ordening
en vollTshuisvesting zich met het voorstel kan verenigen.
De heer Van Viijmen brengt naar voren dat de historie van Haarlemen
de historie" van Amsterdam de twee pijlers van het A.N.Z.K.G.-verhaal
vormen. Haarlem is de oudste stad, lag op de weg van Westfriesland naar
Zeeland op het dunste stuk van Holland aan de houtrand, aan de binnenkant
van de duinen. Vandaar de namen "Houtland", "Holsiand", "Holland".
In dat. gebied lag Haariem als een soort knooppunt. Dat was één van zijn
vestigingsfaktoren. De tweede voi-mde de blekerijen, ook in de wijae om-
geving. De relatie met die blekerijen had men met Gent. Vandaar dat er
ook maar twee Sint Bavo-Kathedralen in Europa zijn, de ene is in Haar-
lem en de andere is in Gent. Het is ook nog elk jaar zo, dat het kapit-
tel van de kathedraal van Haarlem een keer naar Gent gaat, terwijl het
jaar daarop het kapittel van de kathedraal van Gent naar Haarlem komt.
Üit die tijd stamt het gebruik dat toen in Gent het linnen werd gemaakt,
dat hier in de omgeving werd gebleekt. Toen kwam de zeep en daarmee
verviel één van de vestigingsfaktoren hier in de omgeving, één van de
middelen van bestaan, maar gelukkig was de omgeving en de kwaliteitvan
de grond geschikt voor de bollenkultuur en zo werd de ene vestigingsfak-
tor veranderd in de andere en kreeg Haarlem een nieuwe drager.
Als men het plaatje van Haarlem als stad, zoals het er in die tijd on-
geveer uitgezien heeft, voor ogen neemt, dan is het interessant te kon-
stateren dat de stedebouwkundige struktuur eigenlijk een neerslag is
van het maatschappelijk beeld zoals dat in de loop der eeuwen heeft be-
staan. Natuurlijk waren er toen ook maatschappijveranderingen, maarniet
in het enorme tempo zoals dat tegenwoordig plaatsvindt.
Die maatschappij zat heel eenvoudig in elkaar: de kerk stond in het mid-
den, daar was ook het stadnuis, daar waren straten5en alle hoogwaardig-
heidsbekleders zaten als het ware in het midden van de stad. Afbouwend
naar maatschappelijke betekenis lagen ze meer naar de rand van de stad
totdat men aan de buitenkant de soldaten en de muren had, die de stad