357
1 december 1978
legd. Wat betreft de vraag over de voetbrug zegt spreker dat bedoeld
wordt de voetbrug bij de Asterkade.
Punten 4 en 5.
De heer De Jong brengt naar voren dat op pagina 12 van de aanbie-
dingsnota, bij het hoofdstuk uitgaven, een enkel saillant punt in dit
verschi11enoverzicht ten opzichte van de uitgaven van vorig jaar nader
wordt toegelicht. Daaruit blijkt een behoorlijke verlaging van de kapi-
taalslasten als gevolg van versnelde afschrijving. Volgens zijn fraktie
is dat een opmerkelijke beslissing. Het wijkt namelijk af van de konti-
nue gedragslijn die wordt gevolgd bij het ten laste van de gewone dierist
brengen van kapitaalslasten. Het college motiveert dit onder meer met
de verwijzing naar de subdoelstel1ing "het voeren van een zodanige be-
grotingspolitiek dat reservevorming op de algemene dienst achterwege
blijft". Op deze interpretatie van genoemde subdoelstelling zou zijn
fraktie niet direkt zijn gekomen, maar een vindingrijk college kan zo-
iets.. In de vierde vraag heeft sprekers fraktie geïnformeerd of nog
andere overwegingen een rol hebben gespeeld dan de reeds genoemde.
Zij. had met het stellen van deze vraag graag willen weten of de keuze
van de objekten waarop vervroegde afschrijving is gepleegd ter diskus-
sie heeft gestaan. Extra afgeschreven is in de sektoren overige wegen,
plantsoenen, Groenendaal, bruggen, woonschepenhaven en rioleringen.
Spreker vraagt of andere sektoren, bijvoorbeeld in de sport, ook daar-
bij zijn bekeken. Ondanks het antwoord op vraag 5, waarbij zijn frak-
tie de procedure die is gevolgd bij de versnelde afschrijving ter dis-
kussie stelt, blijft zij met de vraag zitten of dit nu zo wel kan.
In de gebruikelijke besluitvorming wordt na verlening van een krediet
berekend met behulp van de Ievensduurtabel wat de kapitaalslaster
voor wat betreft de afschrijvingsquote ten laste van de gewone dienst
zullen zijn. Sprekers persoonlijke mening is dat bij de hier toegepaste
versnelde afschrijving van de vastgestelde levensduur is afgeweken.
Vandaar de vraag of gezien deze afwijking de besluitvorming niet via
een begrotingswijziging aan de raad moet worden aangeboden.
Nog even terugkomend op de doelstelling dat reservevorming achterwege
moet blijven bij het voeren van een bepaalde begrotingspolitiek, mede
in het kader van het onderzoek dat gaat plaatsvinden om te komen tot
heroverweging van uitgaven en inkomsten, acht zijn fraktie de mogelijk-
heid aanwezig dat de interpretatie die zij aan de subdoelstelling
geeft dan meer tot zijn recht kan komen, namelijk een beperking van de
tot nu toe gebleken ruimte, wat dan ten goede kan komen aan de tarieven
en de belastingen.
De fraktie van de heer Van Amerongen kan instemmen met de antwoor-
den op de vragen 4 en 5.
Als men nu rekeningoverschotten die ontstaan gaat benutten om daarmee
extra afschrijving te plegen, dan handelt men zeer zeker in overeen-
stemming met de doelstelling zoals die in het beleidsplan staat vermeld.
Zou men namelijk niet extra afschrijven dan betekent dat dat die reke-
ningoverschotten die ontstaan, min of meer automatisch toegevoegd wor-
den aan de saldireserve en dan is men bezig met reservevorming, waarzij
niet voor voelt. Zoals het nu gebeurt worden die rekeningoverschotten
onmiddellijk ten gunste gebracht van de gewone dienst door middel van
die extra afschrijvingen. Dat betekent dat daardoor de belastingen min-
der verhoogd hoeven te worden dan men zou moeten doen als men niet ex-
tra zou afscnrijven." De procedure die het college zich voorstelt met be-