1 decenber 1970
350
aan de orde te stellen. De lieer Van Amerongen heeft daarbij nog de sug-
gestie gedaan om dat daarna ook in de vakcomnissies te brengen.
Spreker meent dat dan eigeniijk een reeds enigszins ingeslagen weg wordt
vervolgd, omdat dit ook in de andere commissies reeds aan de orde is ge-
steld. Het college heeft daar dus geen moeite mee.
Punt 9.
De heer De Jong acht het voor diskussie vatbaar of de praktijk in-
derdaad zo zal zijn dat het geen verschil zal uitmaken of wel of niet
wordt geaktiveerdNaar zijn inzicht zullen de uitgaven van bestemnings-
plannen per periode niet aan elkaar gelijk behoeven te zijn. Overigens
zou aktivering geheel konfora zijn aan de op pagina 2 van de aanbiedings-
nota beschreven kriteria ten aanzien van de kapitaalslasten. Bij aktive-
ring is het beeld van -de totale op de gewone dienst drukkende uitgaven
ook naar zijn gevoel zuiverder en kan er extra toe bijdragen tlat de ta-
riefstellingen en het maken van berekeningen van de benodigde middelen
in de vorm van belastingen en retributies meer zijn afgestemd op echte
gewone dienstuitgaven.
De heer Van Amerongen gelooft dat men bij de vraag of men de kosten
van het maken van bestemmingsplannen moet iaten drukken op de gewone
dienst of op de kapitaaldienst, één belangrijk kriterium moet hanteren,
namelijk als het kosten betreft die elk jaar in ongeveer dezelfde om-
vang terugkomen, dan is het een goede zaak die kosten te laten drukken
op de gewone dienst, maar konstateert men dat er bij het ontwikkelen
van bestemmingsplannen en wat dies meer zij sprake is van een piek in
éën jaar of een paar jaar, dan zou spreker zich kunnen voorstellen dat
men die piek uitsmeert over een aantal jaren en dan kan men die piekkos-
ten wel ten laste van de kapitaaldienst brengen. Thans is er eigenlijk
nog te weinig informatie beschikbaar om daar zinvol over te diskussiëren.
Men zou eerst een goed overzicht moeten hebben hoe het nu allemaal pre-
cies gebeurt. Daarom stelt hij voor on, nadat dat soort informatie be-
schikbaar is, deze zaak nog eens te bespreken in de conmissie voor finan-
ciën.
Wethouder Baar gelooft dat beide heren in deze toch op éën lijn zit-
ten. Hij is het in principe eens met het door de heer Van Amerongen ge-
stelde. De reden waarom we het doen zoals dat thans geschiedt is deze,
dat de laatste jaren ongeveer een gelijke beweging te zien nebben gege-
ven en de verwachting is dat in de toekomst deze gelijke bev/eging zich
zal blijven voortzetten. Hij neemt graag de suggestie van de heer Van
Amerongen over om in de financiëie commissie hier nog eens verder over
te brainstormen.
Punt 10.
De heer Borghouts brengt naar voren dat het college in zijn antwoord
terecht verwijst naar de behandeling van het planningsschema in de ver-
gadering van de commissie volkshuisvesting c.a. van 19 april j.l. De
inhoud van die vergadering was spreker bekend. Maar in die vergadering
is ook opgemerkt en door de voorzitter toen ook toegegeven, dat het
planningsschema dat daar werd behandeld niet volledig vras en dat de
genoemde bestemmingsplannen in het planningsschema niet het gehele
grondgebied van Heemstede bedekken. Nu staan in het antwoord nog enke-
le toekomstige plannen, maar dat is natuurlijk ook geen limitatieve
opsomming. De konklusie van de voorzitter op 19 april j.l. was, datde
commissie de diskussie wilde voortzetten na kompletering van de gege-
vens die toen ter tafel lagen. Sprekers fraktie vraagt nu om die voort-