365
1 december 1978
gelegd, waarschijnlijk in de praktijk wat moeilijkheden zullen ontstaan
en dan kont des te schriller het 25%-percentage in de kosten naar voren
afgezien nog van de teleurstelling dat men het werk niet kan uitvoeren.
Wethouder Jager antwoordt dat deze zaak eigenlijk al sinds 1975 aan
de orde is. In 1975 heeft de gewestraad een beslissing genomen over de
nota "leefmilieu in Zuid-Kennemerland".en tot aanvankelijke vreugde heb
ben 4 van de 6 gemeenten in een zeer snel tempo daarop positief gerea-
geerd met besluiten tot overdracht van taken en akkoord gaan met instel
ling van een dergelijk gewestelijk miiieubureau, daarbij steeds ervan
uitgaande dat dit een gewestelijk bureau milieubeheer zal zijn, waarvan
de kosten gedragen zouden worden langs de tot op dat moment normale ver
deelsleutel van kosten van het gewest, namelijk volgens het inwoneraan-
tal. Daar sprak een nogal principiële benadering uit, namelijk dat er
aan de ene kant een gewestelijk nn'lieubeleid ontwikkeld zou moeten gaan
worden en dat aan de andere kant van de faciliteiten die dat gewest
creëerde, ook gebruik gemaakt zou kunnen worden door de afzonderlijke
gemeenten, als zij in hun eigen dienst een bepaalde know-how niet meer
voorhanden zouden hebben voor bijvoorbeeld zaken op de langere termijn
als .hinderwet en dergelijke. Daadwerkelijke overdracht van de Hinderwet
in zijn geheel aan het gewest werd eventueel pas op langere termijn ge-
zien. Wat nen nu krijgt is dat er - de gewestraad heeft zich inmiddels
voor'lopig akkoord verklaard met de benadering van het dagelijks bestuur
- in feite sprake is van het creëren van een gewestelijk extern advies-
bureau voor de gemeenten, waar de afzonderlijke gemeenten van het ge-
west een beroep op kunnen doen tegen betaling van de daarmee gemoe^de
kosten. Dat is een principieel andere benadering van de problematiek
en dat heeft het college willen konstateren in de laatste zin van het
antwoord op deze vraag. Na die konstatering staat men voor een keuzp.
Hij denkt dat het antwoord op die keuze wel moeilijk maar onvermijde-
lijk is, omdat als de benadering zoals die thans door het dagelijks
bestuur wordt voorgesteld door Heemstede niet zou worden gekozen men
er bijna zeker van mag uitgaan dat er thans überhaupt niets tot stand
zou komen. Dan is de vraag waar men voor staat, in hoeverre men de
oorspronkelijke principiële gedachte prijs wenst te geven ten behoeve
van het totstandkomen van in ieder geval nog iets. Daarop heeft dan
ôok weer invloed de mate waarin de dan wei voorgestelde methodiek van
die 25-75% tegemoet komt aan de belangen die men voor de eigen gemeen-
te voorziet en dan komt men op de vraag in welke mate men dan de garan-
tie heeft dat men inderdaad gebruik kan maken van dat adviesbureau als
het dan op declaratiebasis moet gaan gebeuren. In de zeer onlangs gehou-
den kring van portefeuillehouders milieubeheer en financiën is door
spreker nog eens nadrukkelijk gesteld dat de vrees die kennelijk bij
Haarlem bestaat, waarom ze thans ook moeite heeft met overdragen, of zi j
wel voldoende gebruik kan maken van het bureau als het wordt overgedra-
gen aan het gewest, ook bij de gemeente Heemstede leeft en dat er geen
sprake zal mogen zijn van uitsluitend overleg tussen het dagelijks be-
stuur van het gewest en de gemeente Haarlem over hoe die garanties
voor Haarlem gegeven zouden kunnen worden, maar dat dit eeh overleg
zal moeten zijn tussen alle betrokken partijen over hoe de verdéling'
en garanties voor de verdeling van tijd van het bureau zouden moeten
plaatsvinden. Het dagelijks bestuur heeft dat overleg in de kring toege-
zegd zodat langs die weg in elk geval getracht kan worden de behoefte
van Heemstede aan gebruikmaking van dat bureau vast te leggen en te
claimen. Spreker wil .thans niet ingaan, hoe belangrijk op sommige punten