1 december 1978
368
381 vrouwen niet verschenen zijn, wat een percentage oplevert van een
kleine 57%. Gezien tegen het landelijk opkomstpercentage van ongeveer
65% is dat nogal ongunstig voor Heemstede. Zij meent dat zelfs die65%
nogal aan de lage kant is getaxeerd. Er is een rapport uitgebracht
door de Evaluatie-commissie bevolkingsonderzoek op cervixcarcinoom aan
de staatssecretariswaarin gesproken wordt van 70% opkomst in de ste-
den en een hoger percentage op het platteland. Maar hoe het ook zij,
zeifs al is het 65%, 57% is aan de lage kant. Waarom die 381 vrouwen
niet zijn gekomen blijkt niet uit het antwoord van het college. Haar
fraktie zou dan ook graag zien dat met name deze gegevens over die re-
denen in de commissie volksgezondheid aan de orde komen, want als men
het beleid op dit gebied wil verbeteren dan zal men dat eerst moeten
weten. Zij acht het mogelijk dat de kosten een rol spelen. Het is in
veel gevallen zo dat ofwel het fonds of particuliere verzekering een
individueel gedaan onderzoek vergoedt, dat is dan theoretisch op in-
dikatie, maar een indikatie is gemakkelijk te verzinnen, dus de prak-
tijk is dat dit in veel gevallen vergoed wordt.
Grote verbazing wekt de opmerking dat preventie niet onder de zieken-
fondsverzekering valt. Ongetwijfeld is dat juist, maar het is buiten-
gewoon vreemd dat preventie niet valt in het pakket van de ziekenfonds-
verzekering en zij wil dan ook het college vragen, terwijl zij zich
realiseert dat dit een zaak is die uiteraard voornamelijk de centrale
overheid aangaat, om in deze in onderhandeling te treden met de fondsen
om meer preventief werkzaam te zijn en of mogelijk vanuit de gemeente
Heemstede een aanzet in deze richting gegeven kan worden via de daar-
voor geëigende kanalen. Er bestaat ook, dat blijkt ook uit het evalu-
atierapport, een zekere drempeldie bij jongere vrouwen geringer is
dan bij oudere vrouwen, maar een zekere angst om dat in ieder geval
voor de eerste keer te laten doen is zeker aanwezig. Spreekster meent
dat de huisartsen hier een belangrijke rol kunnen spelen. Het is thans
zo dat de huisartsen bericht krijgen als hun patiënten aan wat voor
bevolkingsonderzoek dan ook hebben deelgenomen, wat de uitsiag ook mo-
ge zijn. Dus ook als de uitslag goed is krijgt de huisarts bericht dat
het onderzoek gedaan is. Dat betekent dat een huisarts die een patiënt
vôor zich heeft, in één oogopslag de status kan zien of recentelijk een
bepaald onderzoek gedaan is, zodat hij dus initiatieven op dat gebied
kan ontplooien en zeggen: zou u dat niet eens doen of wordt het niet
eens tijd. Een ander facet van het overwinnen van die drempel is ook
de voorlichting. Zij meent dat de geneente een belangrijke taak heeft
in het geven van algemene voorlichting gericht op deze bevolkingsonder-
zoeken en het streven naar eer. optimale opstelling van de aanschrij-
vingsbrief waarin wordt opgeroepen tot een bevolkingsonderzoek.
Mevrouw IJsselmuiden merkt op dat het in het antv/oord gegeven aan-
tal van 754 vrouwen dat niet aan het onderzoek heeft deelgenomen, 574
moet zijn. Verder vraagt zij naar het verschil tussen het landelijk per-
centage dat opgekomen is in vergelijking met het Heemsteedse percentage.
Ook zij meent dat er uiteenlopende redenen zijn, onder andere de reden
dat een aantal vrouwen wellicht zelf naar de huisarts of naar een spe-
cialist is gegaan, hetgeen ook meestal betaald wordt door de verzekering.
Voorts heeft zij zich afgevraagd wat de uiteenlopende redenen zijn waar-
om een aantal vrouwen niet aan het onderzoek heeft deelgenomen.
Als de reden ligt in het betalen van een bepaald bedrag, dan meent zij
dat dit weer in de commissie besproken moet worden.
Tenslotte merkt zij op dat haar fraktie graag uniform wil blijven met
het bedrag van de laboratoriunregio.