1 december 1978 374 zaak weer recht te breien en daarom heeft hij met vreugde gehoord dat er nu een gesprek komt tussen het college, bestuur van de woningvereni- ging, de bewonerscommissie en het L.O.S. Hij hoopt dat dit gesprek de zaak weer in rechte banen kan doen leiden. Hij zal het op prijs stellen als de comnissie voikshuisvesting nader geïnformeerd zal worden over de ontwikkel ingen die het gevolg zullen kunnen zijn van dat gesprek. De heer Huijbregts brengt naar voren dat als men een woning gaat re- noveren men~dat in allerlei kwaliteiten kan doen. Men kan heel technisch gaan onderzoeken wat de mogelijkheden daarvoor zijn. Het onderzoek van Koning en Bienfait heeft zich vooral gericht op het metselwerk, waarui.t bleek dat het metselwerk in traskalk is opgetrokken, hetgeen op zicheen uitstekende bouwwijze is want daarmee zijn in het verleden heel wat ker- ken en kathedralen opgetrokken, het is aïleen kwalitatief v;at minder dan wanneer men met cement werkt, maar dat kende men toen niet. Het verhaal van het metseiwerk staat niet alieen. Als hij citeert: de kwaliteit met- selwerk is slecht, pannendakbedekking is versleten, iood- en zinkv/erk is versleten, vrijwel alie daken zijn doorgezakt, kozijnen zijn versieten, vloeren zijn scheefgezakt, de elektrische instailatie en de riolering is niet zo best, de fundering schijnt ook verzakt te zijn, dan praat men wel over iets meer dan alleen over een stukje metselwerk. Dat neemt niet weg dat natuurlijk iedere woning te renoveren is, ook deze woningen, alleen noemt men het dan waarschijniijk restaureren of misschien wel herbouwen. Als men praat over restaureren dan doet men dat meestal bij panden waar- aan men een zekere monumentale waarde toekent. Spreker denkt dat een dis- kussie over de technische kwaliteiten van de woning en een tegenonderzoek door T.N.O. dan ook op een gegeven moment weinig zin zal hebben, omdat die technische aspekten bij een objektief oordeel dan toch wel weer boven water zullen komen. Daar kan men nooit zo lang over diskussiëren. Men «an wel over het waardeaspekt van iets lang diskussiëren. Hij denkt bijvoor- beeld aan wat er in Haarlem-noord met woningen gebeurt, woningen die mo- menteel steeds meer in eigen bezit komen. Door een zowel financiële als persooniijke inzet van de bewoners zijn die v/oningen weer geweldig opge- knapt, woningen waarvan men misschien bij voorbaat uit technisch en fi- nancieel oogpunt zou zeggen dat ze eigenlijk niet renoveerbaar zijn, om- dat men daar te weinig voor terug krijgt. Dat gebeurt daar welmaar daar staat natuurüjk ook veel tegenovér. Dat zal in dit geval dan ook onder andere de diskussie moeten uitmaken. Renoveren zai altijd wel kunnen als men daar maar de financiële offers tegenover wii stellen. De diskussie komt er enigszins op neer of het T.N.O.-onderzoek nu wel of n.iet gedaan zou moeten worden. Spreker meent dat men hierin toch ook een stukje eigen verantwoordelijkheid van de woningbouwvereniging moet zien. Hij sluit zich aan bij de vraagstellers in die geest dat uiteraard een duidelijk kontakt met de bewoners, over wiens woningen het gaat, gevoerd moet worden en dat hun ook de alternatieve plannen ten aanzien van nieuw- bouw en de konsekwenties voor de bewoners uitgelegd moeten v/orden. Mis- schien zijn die alternatieven wel interessanter dan het vasthouden aan de bestaande woning, zeker in het kader van de waardering en de financië- ie offers die er dan tegenover zouden moeten staan. De voorzitter zegt dat er bij een brand allerlei aspekten zijn. Men vraagt zich at of een brand vanzelf is ontstaan of dat er een brandstich- ter is geweest. Hij laat die vraag maar in het midden. Hij meent dat het in deze kwestie enigszins begon te lijken op een uitsiaande brand. Hij betreurt dat omdat dit naar zijn mening niet zover had hoeven te koroen. In een interview in het Haarlens Dagblad heeft spreker gesteld dat het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1978 | | pagina 38