340
het nkomen per hoofd van de oevolking van na de oorlog en het aantal
vierkante meters dat in gebruik is per hoofd van de bevolking, dan zal
men zien dat die twee lijnen op de grafiek praktisch parallel lopen
Door de bevolkingstoename gingen de steden uitgroeien. In de 19e eeuw
dnjde de stad nog op zijn oude maatschappelijke struktuur uit: de ar-
beiderswoningen werden c^en nog in de 19e eeuwse wijken gezet, dat toen
oe buitenwijken waren. flaar sinds de dertiger jaren kreeg men een heel
ander beeld, want toen gingen degenen die het zich konden permitteren
en vroeger in de centrale plaatsen woonden, naar buiten. Dat is een
lieel proces geworden, hetgeen een uitgroei van de steden tot gevolg
had, în feite een uitspreiding mede door het ruimtegebruik en zo ismen
uiteindelijk gekomen aan de term "overloop". Spreker meent dat dit van-
uit de stad bekekën beter een "leegloop" genoemd kan worden.
Intussen ziet men dat ook diverse plaatsen zoals Heemstede zich in dat
proces telkens aanpassen, want de iiistorie van Heemstede zou natuurlijk
mets geweest zijn zonder de historie van Haarlem of van de omgeving.
Ook Heemstede groeide in die tijd uit tot forensenplaats en die groei
îs zo 1angzamerhand tot aan de grenzen van Heemstede gekomen. Als men
dan dit hele gebied ziet, van Heemskerk tot Heemstede, dan is dat als
het ware êén gebied geworden dat volgroeit.
Intussen ligt het onderhavige stuk ter tafelMen heeft de taak om de
huidige maatschappelijke struktuur te voorzien van een eigentijdse
ruimtelijke ordening, die dan ook zal moeten voldoen voor de toekomst
De eerste keuzen vallen dan zoals altijd bij dit soort zaken, zoals
dat ook automatisch gaat als men er niet over denkt, over de vesti-
gingsfaktoren. Zijn die er en welke zijn dat. Dan komt ook de vraaq-
Moet Schiphol blijven? Als Schiphol weg gaat, wat zullen dan de konse-
kwenties zijn voor het hele gebied, niet alleen wat de werkgelegenheid
maar ook wat het wonen van de daar werkenden en alle externe effekten
betreft. Dan krijgt men het probleem dat Amsterdam in zekere zin een
dominerende positie inneemt. Haarlem neemt in sprekers gedachten eigen-
ijk een enigszins ambivalente houding aan. Zij wil de centrumfunktie
van dnt gebied vervullen. Dat vraagt niet alleen een systeem - dat zij
g°ed gedaan heeft met de parkeergarages in de binnenstad - om de eind-
punten van de bereikbaarheidslijnen goed te hebben, naar vraagt ook om
de bereikbaarhe'dslijnen zelf intakt te houden, dus om een gcede reqio-
nale infrastruktuur. In dat verband ziet hij de S 19 een andere rol
spelen dan er tot nu toe misschien aan gedacht is. Hij blijft S 19 even
noodzakelijk vinden, want Haarlem als hoofdstad van het bloenbollenge-
bied zal in ieder geval vanuit dat bloembollengebied bereikbaar moeten
blijven. Als men nu Heemstede daarbij betrekt, dan ziet men hoe Heem-
stede gegroeid is: de blekerijen, de bollen, de buitenplaatsen en de
forensen lopen als evenzovele draden door het verhaal heen. Er zijn
steeds meer voorzieningen gekomen, er is wat ambacht en wat industrie
gekomen en het heeft dus als het ware wat eigen werkgelegenheidMaar
3ls men de bevolking van 27.000 mensen deelt door een gezinsgrootte
^an houdt dat ongeveer 10.000 gezinnen in. Er zijn ongeveer
arbeidsplaatsen, hetgeen dan altijd nog betekent dat er 5.000 men-
sen ergens anders moeten werken. Nu kan men natuurlijk zeggen dat er
mensen zijn die elders wonen en hier werken, maar het gaat nu om qrote
getallen en dan blijkt dat Heemstede een plaats is die in zijn economie
namelijk in zijn bruto totale inkomen, afhankelijk is van de omgeving
Er zijn ongeveer 800 womngzoekenden. Als men dat getal relateert aan
de zojuisc door hem genoemde cijfers dan komt dat bij ongeveer 9000 wo-
mngen neer op ongeveer 10%. Die nensen willen we natuurlijk graag in
1 december 1978