1 december 1978
376
garantie krijgt dat men straks in de gerenoveerde of nieuw gebouwde
woning weer zou kunnen terugkeren. Dat vindt hij een vreemde zaak,want
uitgangspunt in alle renovatieprojekten is altijd geweest dat de bewo-
ners om wiens huizen het gaat zonder meer kunnen terugkeren, tenzij ze
zelf de voorkeur geven om ergens anders te gaan wonen. Spreker wil na-
drukkelijk verklaren dat het altijd het uitgangspunt van het college îs
geweest dat oorspronkelijke bewoners de aliereerste rechten hebben om
terug te keren in hun gerenoveerde woning.
Nu gaat het erom hoe verder moet worden gegaan. Het college meent dat
al lereerst een gesprek moet plaatsvinden met bestuurbewoners - die
zich mogen doen vergezeilen door hun adviseur, in casu het L.O.S. - en
het coiiege. Hij wil nog duidelijk stellen dat noch van de kant van de
H.I.D., noch van de kant van ons technisch bedrijf niet met de uiterste
zorgvuldigheid is bekeken wat nu de goede gang van zaken is voor deze
woningen. Unaniem is raen tot de konklusie gekoraen dat renoveren in dit
geval niet verantwoord is omdat de staat van de woningen dusdanig is
dat renovatie eenvoudig niet aan bod korat. Hij wijst erop dat dit wonin-
gen zijn die anno 1978 ook qua indeling en volume, niet heiemaal meer
passen. Bij een amovering kan ook van de mogelijkheid gebruik gemaakt
worden om wat meer ruimte te scheppen.
Spreker zegt toe dat het coliege alles zal doen om deze zaak weer in
goede banen te krijgen en uiteraard zegt hij toe daarvan versiag te
doen in de commissie voor ruimtelijke ordening.
De heer Van Amerongen is met nadruk niet getreden in de vraag of
renovatie wël of niet mogelijk is. Dat weet hij niet. Ook het L.O.S.
weet dat nog niet en dan verbaast hij zich erover dat het bestuur van
de woningvereniging een brief schrijft naar de H.I.D., waarin wordt ge-
steld dat het L.O.S. tot de konklusie kwam dat renovatie van deze wonin-
gen wel mogelijk en verantwoord was en dan staat er tussen haakjes ach-
ter: zie het rapport L.O.S., januari 1978. De konklusies van dat L.O.S.-
rapport waren, dat voordat raen de vraag kan beantwoorden of renovatie
al of niet mogeiijk is, er een onderzoek moet worden ingesteld naar het
metselwerk, waarbij dan de vraag zou moeten worden beantwoord of de kwa-
liteit van het metselwerk wel of niet een belemmering zou kunnen vormen
voor renovatie van de woningen. Ook spreker gelooft dat bureau Koningen
Bienfait een goed bureau is, hij heeft geen reden te veronderstellen dat
dit niet zo is. Hij heeft alleen gehoord dat de kritiek die het L.O.S.
heeft op het rapport van Koning en Bienfait, betrekking heeft op het
feit dat naar de mening van het L.O.S. Koning en Bienfait niet ingegaan
is op de vraag die gesteld moet worden. Koning en Bienfait hebben wel
het metselwerk onderzocht en zijn tot de konklusie gekomen dat het met-
selwerk slecht is, maar het gaat natuurlijk om de vraag of de kwaiiteit
van het metselwerk zodanig is dat het een beiemmering zou kunnen vormen
voor renovatie van de woningen. Natuurlijk zullen, als er nieuwbouw^
moet worden gepleegd, de bewoners de eerste rechten hebben, maar nij kan
zich de angst van de bewoners toch wel voorstellen, ondat de huren yan
nieuwbouwwoningen veel hoger zijn dan de huren van gerenoveerde woningen
Nieuwbouw kan dus tot financiële problenen leiden voor bewoners.
Sprekers fraktie hoopt dat het gesprek de nodige resultaten zal opleve-
ren, die zij vol verwachting in de commissie voor volkshuisvesting af-
wacht.
De heer Van der Hulst kan zich voorstellen dat omtrent het terugke-
ren van de huidige bewoners wat vraagtekens zijn, want het zijn 22 wo-
ningen en hij gelooft niet dat er 22 zullen herbouwd worden. Dus dat