377
1 december 1978
betekent ook dat niet alle 22 bewoners kunnen terugkeren. Verder lijkt
het altijd zo te zijn dat renovatie, al is het een heel ingrijpende,
goedkoper is dan nieuwbouw. In dat kader bezien kan hij zich voorstel-
len dat de bewoners ook op dit moment niet helemaal overtuigd zijn van
de werkelijke terugkeer in hun woningen. Hij zou het dan ook op prijs
stellen als het college in de vergadering met bewoners en woningvereni-
ging dat aspekt hard kan maken, want hij gelooft dat daarmee veel zorg
van deze mensen wordt afgenomen. Wat dat onderzoek betreft vindt spre-
ker het een vervelende zaak dat er eigenlijk toch een tweede onderzoek
gevraagd wordt. Aan de andere kant meent hij dat als dit de oplossing
zou geven dat daarmee de bewoners van het een of het ander overtuigd
zijn, het dan moet gebeuren.
De heer Huijbregts merkt op dat de kosten van renovatie tegenwoordig
die van nieuwbouw benaderen. Dat er dan toch nog een verschil is in de
totale investeringsopzet komt vaak ondat de grondkosten bij de renova-
tiewoningen niet worden meegenonen, terwijl die natuurlijk wei als waar-
de aanwezig zijn. Uiteindelijk zal naar zijn gevoel op een gegeven mo-
ment afgewogen moeten worden: wat krijgt men voor een nieuwe woning,
wat gaat die kosten en wat betekent een gerenoveerde woning en dan uiter-
aard gebaseerd op een reëie afschrijving, een kortere afschrijving dan
bij een nieuwbouwwoning. Inzake de extra lasten die altijd gaan cnt-
staan, zegt spreker dat zelfs bij handhaving van de bestaande woninaen,
als ze dus blijven zoals ze zijn, de onderhoudskosten op een geweldige
manier toenemen. Ook die onderhoudskosten zullen dan op de één of ande-
re manier betaald moeten worden. Die drie alternatieven zullen op tafel
moeten komen.
De heer Van Amerongen vindt dat de heer Huijbregts er dan wel van
uitgaat dat de financi'éle mogelijkheden van de bewoners onbegrensd zijn.
De voorzitter zegt dat de architekt die men in de arm heeft genomen,
ten volle bevestigt dat renovatie niet verantwoord is. De H.I.D. beves-
tigt hetzelfde. Ons g.t.b. heeft een zeer uitvoerig onderzoek ingesteld
en heeft op een groot aantal punten aangegeven waarom naar hun mening
renovatie onverantwoord zou zijn. Bovendien zit in het bestuur ook een
niet onaanzienlijk deel deskundigheidzo werkt de voorzitter van dat
bestuur sinds zijn jeugdjaren in de aannemerij. Als er dan vanuit zijn
deskundigheid een bepaald idee groeit dat dan volledig bevestigd wordt
door allerlei instanties die even deskundig zijn, dan kan spreker zich
voorstellen dat het uitgangspunt van het bestuur geweest is dat het de
enig mogelijke oplossing is. Dan komt er ineens een voor hen volledig
onbekend instituut, dat zegt die konklusie niet te geloven en zegt dat
het maar eens onderzocht moet worden. Dan krijgt men natuurlijk wel
frikties. Overigens is niet iedereen zover om van meet af aan die sa-
menspraak enzovoort te hebben.
Als de heer Van Amerongen stelt dat het een financieel probleem was.dan
zegt spreker dat het zo niet in de perspublikatie stond. Men had onze-
kerheid of men terug kon komen, want er was geen terugkeergarantiereae-
ling, dat stond dus los van de financiële kanten.
Natuurlijk dienen de financiële kosten tegen eikaar te worden afgewogen,
waarbij hij er wel op wijst dat de subsidie voor renovatie begrensd is
tot, naar spreker meent, een bedrag van f 65.000,--. Als nen dan uit
een rapport leest v;at er allemaal gedaan moet worden, dan is hij ervan
overtuigd dat men dat voor die 65.000,-- nooit voor elkaar zal krijgen.
Daarom dat hij er praktisch zeker van is dat nieuwbouw de enige nogelijk-
heid is. De heer Van der Hulst merkt op dat het mogelijk is dat er min-
der dan 22 huizen zullen komen. Bij de renovatieobjekten tot ausver is