384
hele woningtoewijzingsbeleid. Hij wijst daarbij op beleidsintentie 2~2.
Terecht merkt het college op dat voorrang verlenen aan de ene groep on-
afwendbaar achterstelling van de andere groep betekent. Gegeven de
schaarse middelen is dat onvermijdelijk en voor zijn fraktie een reden
deze zaak in het totaal kader te bespreken. Dan lcan ook worden bezien
wat een rechtvaardige verdeling geacht kan worden. Bij de in de ant-
woorden gegeven mogelijkheden voor woongelegenheid voor de één_en twee-
persoonshuishoudens heeft spreker gemist het onvormen van bestaande
flats tot kleinere wooneenheden. Gisteren heeft de voorzitter die moge-
lijkheid genoemd, waarbij hij zei dat als er meer ruimte is daaraan ge-
dacht kan vyorden. Spreker vreest echter dat er van meer ruimte voor een
reeks van jaren geen sprake zal zijn. Van éên wooneenheid twee wooneen-
heden maken lijkt hem ook zijn aantrekkelijke kanten te hebben. Hij meent
dat bij het omvornen van flats in bedoelde woonruimte niet persé gedacht
hoeft te worden aan vele flats in één keer, maar dat het ook heel goed
per flat kan en dan zonder noemenswaardige kostenverhogingen. Hij heeft
ook niet aangetroffen de koopflatjes die in de verkiezingsstrijd nogal
opgeld deden, maar die mogelijkheid heeft hij niet echt gemist.
Nog een mogelijkheid vormen de in vraag 26 genoemde grote panden. Het
college zegt dat zich onder de thans leegstaande panden geen gebouwen
of vvoningen bevinden die zich lenen voor de inrichting tot woongelegen-
heid voor alleenstaanden. Dat zal wel zo zijn. Maar het antwoord wekt
sterk de suggestie van een eenmalige inventarisatie. Hij vraagt of het
college wil overwegen zich in verbinding te stellen met de daarvoor in
aanmerking komende makelaars en hen vraagt voortdurend en direkt te wor-
den geïnformeerd over geschikte panden, want als de advertenties van
de PJederlandse Bond van Makelaars ware mededelingen bevatten - dat is
natuurlijk voor een deel zo - dan lijkt dit denkbeeld niet zonder moge-
1ijkheden te zijn. Inzake de hoge prijzen van grote panden merkt spreker
op dat het projekt "aankoop grote panden" niet voor niets hoog staat
genoteerd op de prioriteitenlijst. De frakties die dat hoog scoorden
wisten dat het een flinke investering zou worden. Zijn fraktie vraagt
zich nu af of de volgende konstruktie toepasbaar is. Het pand is duur
maar de gemeente koopt het als de mogelijkheid zich voordoet en ver-
koopt het dan tegen een lagere prijs door aan een woningbouwvereniging,
zodat het binnen de normen van de rijkssubsidie valt. Hij vraagt het
college te bezien of dat uitvoerbaar is.
Wat betreft de stuurgroep heeft spreker begrepen dat het rapport nu snel
aan de raad zal worden aangeboden, zo snel dat wellicht de subsidie over
1979 niet verspeeld wordt. Hij neernt overigens aan dat de kwaliteit van
het rapport, dat nu 14 maanden uitstel heeft gekregen, het uitstel ook
rechtvaardigt.
Inzake het funktioneren van de stuurgroep vraagt spreker wat de stuur-
groep dit jaar heeft gedaan en of de stuurgroep aan de verwachtingen
van het college voldoet. Vorig jaar heeft spreker de circulaire van 23
december 1975 aangehaald en gesteld dat daarin ook andere taken omschre-
ven waren voor een stuurgroep. Daarover zou het college zich beraden.
Hij vraagt wat de uitkomst van dat beraad is. Natuurlijk zit aan deze
zaak ook een welvaartsaspekt, doch niet in ongunstige zin. De samenle-
ving vindt het terecht dat alleenstaanden, tweepersoonshuishoudens, op
een veel vroeger tijdstip dan in het verleden het geval was zelfstandi-
ge woonruimte krijgen. Dat zijn nu algemeen aanvaarde waarden in deze
samenleving en om dat dan af te doen in de zin zoals dat door de V.V.D.
is gedaan door het als een welvaartsaspekt te betitelen, gaat hem tever.
De heer Huijbregts'merkt op dat uit het statistisch overzicht over
1 december 1978