1 december 1973
392
bezwaar geldt dat bij gebruikmaking daarvan het punt van het niet kunnen
uitoefenen van toezicht een rol speelt. Maar dan heeft men dus eigenlijk
te maken met een ad hoc-vraagstel1ing en dan is het aan het overleg tus-
sen het betrokken schoolhoofd en bijvoorbeeld de exponent uit het college
die daartoe dan de geëigende is, of de chef van de afdeling onderwijs,
om op dat moment te taxeren hoe reëel eventuele bezwaren zijn.
De aula is eigenlijk de laatste kategorie van lokaliteiten die in aanmer-
king zou kunnen komen, omdat de Bronstee-aula nu niet een aula in algeme-
ne zin is, zodat dat hier een moeiiijke kwestie bij wordt. Er zijn geen
sanitaire voorzieningen getroffen, êr is geen keukenbouw gepland, zodat
het een problematische zaak zal zijn een dergelijke aula zonder voorzie-
ningen te verhuren, terwijl het in het algemeen wel zo is dat een auia
verhuurd kan worden. Spreker zal daar met de directeur van de school nog
eens over praten. Het lijkt hem dat het zinvol zou kunnen zijn als er iets
van informatie zou komen over de konkrete behoefte om die aula op te vul-
len.
Mevrouw Snoep wil nog aan de P.H.-fraktie vragen wat zij verstaat on-
der "kostprijs" als zij spreekt over "huur of verhuur tegen kostprijs".
De heer Weeteling zegt dat vergoeding van de te maken kosten de kost-
prijs is.
Mevrouw Snoep meent dat verhuur tegen kostprijs wel iets ingewikkelder
ligt dan verhuur tegen de te naken kosten.
De heer Weeteling bedoelt met kostprijs de vergoeding van de kosten,
maar niet daarboven nog eens een extra percentage.
Mevrouw Snoep vraagt welke kosten dat dan zijn die vergoed moeten wor-
den.
De heer Weeteling kan daar niet zo direkt antwoord op geven.
Mevrouw Snoep meent dat de prijs dan erg hoog wordt, waardoor mennooit
aan verhuren toe komt. Zij vindt dat deze zaak nog eens bekeken zou kun-
nen worden.
Punt 35.
De heer Borghouts haalt aan: "dat de handhaving van het instituut help-
sters bij het kleuteronderwijs ter diskussie dient te worden gesteld. Be-
zinning overeenkomstig de subdoelstel1ing 31.01, te weten het kritisch
bezien van uitgaven zowel bestaande als nieuwe en het voortdurend afwegen
van het nut van de uitgaven is wenselijk. Het is realistisch om aan te
geven waar met name bezuinigingen kunnen plaatsvinden"Deze woorden
zijn niet van sprekers fraktie, maar vindt men op de bladzijden 21 onder-
scheidenlijk 15 van de aanbiedingsbrief terzake van de begrotingen 1979.
De laatste volzin was een uitspraak van de wethouder voor personeelsaan-
gelegenheden in de notulen van de vergadering van de commissie personeels-
aangelegenheden van 15 oktober j.l. Spreker vraagt zich dan af wat het
"ter diskussie stellen" van de handhaving van het instituut helpsters
bij het kleuteronderwijs anders betekent dan dat gepraat zal worden over
het al dan niet eventueel opheffen van het instituut zoals het in dé
vraag van zijn fraktie is verwoord. Hij meent dat het college geen ver-
stoppertje moet spelen in het antwoord. De vraag van zijn fraktie in
punt 25 ligt volstrekt in de lijn van de zojuist door spreker omschreven
uitlatingen van het college danwel van een lid daarvan. Nu te suggereren,
zoals in het antwoord is gebeurd, dat het niet zo is, dat met name zijn