1 december 1978 394 de andere belanghebbenden besproken za.l worden. Zij heeft er veel moei- te mee als een dergelijke zaak eerst met belanghebbenden wordt besproken en dan pas în de aanbiedingsbrief komt. Wethouder Reeringh acht dit een punt dat inderdaad de grootste zorg- vuIdigheid verdient. Hij wil niet ingaan op de formuleringen die de heer Borghouts naar voren heeft gebracht, omdat hij gelooft dat als hij dat zou doen tnj wellicht de schijn op zich zou kunnen laden dat het hier om een woordenspel zou kunnen gaan en dat is geenszins aan de orde mj gelooft dat ook in de voortgang van zijn betoog de heer Borghouts a u 8 n3 aangeduid en hij weet ook uit andere uitlatinqen dat de heer Borghouts dat ook niet als een soort woordenspel ziet. preker meent dat hier geen sprake is van verstoppertje spelen, inteqen- deel, a s er verstoppertje gespeeld zou zijn dan had het college hier helemaal geen woord over opgenomen in de aanbiedingsbriefWat heeft het college gedaan? Dat heeft de noodzaak van een heroverweging bezien In hec kader van die heroverweging is een aantal elementen in het voorover- leg aan de orde gekomen, omdat die er aan de hand van de kille ciifers zo buitengewoon uitsprongen. Toen heeft het college gezegd dat het iuist geen verstoppertje wil spelen, maar twee duidelijk in het oog springende aan9evei? waar rl09elijk rekening mee zou moeten worden gehouden nl hl^ai!r van^ ^eroverwe9ngNiets meer en ook niets minder isdaar- mee bedoeld. Vandaar dat ze zo in de aanbiedingsbrief gekomen zijn. Het college heeft zich wel degelijk gerealiseerd dat het hier niet hout aan het hakken was, maar dat het hier gaat om belangen van mensen. Spreker gelooft ook dat die mensen er recht op hebben dat zij weten dat positie, hun funktie, mede ter diskussie komt. Maar hij meent dat men daar een wijze ingehoudenheid bij moet betrachten. Hij is noq steeds e mening toegedaan dat als er met belanghebbenden gesproken zou zijr, men zich zou kunnen afvragen wie dat nu zouden zijn. Hij denkt dat het een grote kring van mensen is, want dat zijn natuurlijk niet alleen die helpsters, maar în feite vrijwel allen die in de onderwijssfeer betrok- ?1Jn> .us leerkrachten, hoofden van scholen, schoolbesturen, ouders en misschien zelfs wel de hele Heemsteedse bevolking, want als er ooit eens mede op dit punt bezuinigd zou noeten worden dan gaat het om zo'n groot bedragdat dit repercussies zal hebben voor de hele bevolkinq Men kan die knng natuurlijk ook in eigenlijke zin opvatten en dan is die natuurlijk veel kleiner. Spreker meent dat de verwarring wellicht niet zou zijn ontstaan wanneer de mensen de aanbiedingsbrief goed gelezen hadden. Het is ook belanqrijk e?n dergelijke passage in de pers overkomt. Het colleqe kan daar geen învioed op uitoefenen, dat is een eigen verantwoordeiijkheid van de persIn feite zou het college, als het dat per brief had medegedeeld, niets anders hebben kunnen schrijven als dat wat in de aanbiedingsbrief staat vermeld. De heer Borghouts vraagt nu of het college de algemene toezegging wil doen dat in voorkomende gevallen eerst aan betrokkenen mededeling zal worden gedaan. Spreker acht zich ten aanzien van het veld dat door hem bestreken wordt niet in staat een dergelijke toezegging te doen. Hij gelooft dat dit veel te ver zou gaan. Men zou de zaak dan na- melijk veralgemenen, terwijl men de aandacht juist moet bepalen op de' situatie die op een gegeven moment voorhanden is, met andere woorden- het îs vee belangrijker, juist omdat het belang van de mensen die daar- bij betrokken zijn dat verdient, dat men een dergelijke kwestie als die zich voordoet, ad hoc bekijkt. Spreker heeft er begripvoor dat men deze zaak ook anders kan benaderen maar dan zou men zich Bij ieder onderwerp, bij iedere probleemstelling

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1978 | | pagina 58