1 decenber 1973
342
komt - in sprekers gedachte op de Geniedijk - en dat er eerst een rand-
weg komt aan de oostkant van Haarlem die de funktie krijgt van verdeel-
weg, waardoor men het verkeer als het ware buiten houdt.
Of die S 19 een "must" is of niet, sprekers fraktie onderschrijft, zo-
als în het voorstel staat, dat die hele problematiek bekeken moet v/or-
den via studies. Die studies gebeuren binnen de Knelpuntenconnissie.
Hij waagt zich nu niet aan uitspraken ten aanzien van de zuidelijke
randweg van Haarlem, de S 19 of de afweging daarvan tegenover de nie-
uwe randweg, de A 16, om deze daar maar nee aan te duiden. Dat zijn nu
precies de zaken die naar gelang de verplaatsingsbehoeften worden ge-
analyseerdvia de Knelpuntencommissie in een model gezet moeten wor-
den, waarna op basis van dat model de juiste wegen moeten v/orden qe-
vonden. 3
Wat het voorstel zelf betreft, stelt het college onder andere voor in
te stemmen met de beschouwingen en machtiging te verlenen dienovereen-
komstig een bezwaarschrift in te dienen bij Provinciale Staten van
Noord-Holland. Spreker vindt het een verdienste om beleefd en vriende-
lijk te blijven, maar hij gelooft toch dat als Heemstede bepaalde
punten naar voren brengt, die, althans als ze de vorm gaan krijgen van
een bezwaarschrift bij Provinciale Staten, toch wel iets harder moqen
zijn. s
De heer Huybregts brengt naar voren dat bij alle reakties op het hier
te behandelen streekplan, het zijn fraktie is opgevallen dat de vraac-
stellmg "bouwen in de Haarlemmermeer" schijnbaar alleen door aktie-
groepen in diskussie wordt gebracht. Het werkt bevreemdend dat na alle
nieuw geprojekteerde steden en de ervaringen daarmee ook nu nog een
meuwe stad wordt gepland, in plaats van uit te gaan van een verdere
groei van de bestaande kernen. Men zou zich kunnen afvragen of voldoen-
de mogehjke ontwikkeiingen binnen de bestaande bebouwde gebieden zijn
onderzochtSpreker denkt hier bijvoorbeeld aan de stadsvernieuwinq
binnen Amsterdam maar ook aan Schalkwijk, waardoor het bouwen van meer
wornngen het nu wel erg tochtige woonmilieu aanzienlijk verbeterd zou
kunnen v/orden. Misschien moet de verklaring gevonden worden in de theo-
rie vän de eenvoud. Het lijkt eenvoudiger als provinciale overheid een
centraIe ontwikkeling te stimuleren dan hetzelfde aantal woningen te
realiseren via diverse gemeenten, waarbij dan bovendien de al aanwezige
stedelijke problematiek meespeelt. In sprekers visie zijn, uitgaande van
ae gedachte dat in de Haarlemmermeer nog ruimte aanwezig is in een ge-
bied waar ook werkgelegenheid bestaat, enkele ontwikkelingsmodellen denk-
baar. Het eerste model, het totale stadsmodel, centralisatiemodel zo me.n
wil - een verstedelijkt gebied van Hoofddorp tot en met Haarlem - is naar
Z|jn gevoel de achterliggende gedachte bij de door gedeputeerde staten
voorgestelde ontwikkeling. Als tweede model wil hij aangeven de groei
van de randgemeenten onder andere in het gebied van de Haarlemmermeer
waarbij bijvoorbeeld Heemstede zou kunnen uitbreiden ter plaatse van
cluster 2 B of ten zuiden van de Cruquius. Bij dit model zou een opti-
male aansluiiting met de bestaande voorzieningen en infrastruktuur te
bereiken zijn, terwijl dit ook zou gelden voor het gebruik van het be-
staande apparaat.
Als derde model wil hij aanstippen een behoorlijke groei van Hoofddorp
met bovendien groei in de randgebieden bijvoorbeeld zoals nu aange-
geven onder Vijfhuizen, waarbij het groene middengebied enigszins