J
'&mmmsJËf/w/m
401
1 december 1978
de gelden, een bepaalde instelling door bepaalde bijzondere omstandig-
heden in een onhoudbare situatie terecht zou komen en er dus een nood-
verband gelegd zou moeten worden in afwachting van het totstandkomen
van het welzijnsplan.
De heer Van der Hulst vraagt of bij het college bekend is dat enkele
van de welzijnsinstel lingen inderdaad net die problemen kampen. Hetzijn
voor hem indrukken die ook hier en daar uit gesprekken naar voren komen.
Wethouder Jager zegt dat het college alleen op de hoogte is van de
begrotingen voor het jaar 1979 van de drie instellingen zoals die nu zijn
ingediend. Hij meent dat er in ieder geval één begroting bij is waarbij
inderdaad sprake is van een aktiviteit waarvoor men een extra subsidie
vraagt en daarmee. is geen rekening geliouden in de opstelling van de be-
groting van de gemeente. Het is ook de vraag of die valt onder de nood-
verbandsituatie waar hij over gesproken heeft.
Punt 51.
De heer Arnoldy vindt de overgelegde staat uitermate interessant.
Hij merkt op dat de kosten per inwoner ook worden doorberekend bij de to-
taal-opstel1ing als het gaat over posten van leges, drank- en horecabe-
lasting, precario- en reclamerechten en hondenbelasting
Dat lijkt hem een vrij merkwaardige middeling van het cijferwant al de-
ze posten hebben per definitie te maken met de specifieke gebruiker en
die kan men moeilijk enten op een gemiddeld cijfer van de totale bevol-
king. Dat geld natuurlijk niet voor de eerste 3 kolommen, die men inder-
daad wezenlijk als een gemiddelde kan aanmerken, zodat hij meent dat de
optelling van de eerste 3 kolommen in de gemiddelde een juister verge-
1ijkingsbeeld aanreikt dan het beeld dat hier ontstaat.
Wethouder Baar gelooft dat de heer Arnoldy op dit punt gelijk heeft
en dat de beste vergelijking verkregen kan worden als men binnen iedere
belastingkolom de bedragen onderling vergelijkt.
Punt 52.
De heer Arnoldy verzoekt in dit verband aandacht voor de tekst zoais
vermeld onder punt 9 van de beleidsintenties en die als volgt is geredi-
geerd: "Het zo rechtvaardig mogelijk, bij voorkeur naar draagkracht, over
de bevolking verdelen van de lasten, hetgeen o.m. inhoudt dat een even-
tuele lastenverhoging zo mogelijk gerealiseerd zai worden door middel
van de onroerend-goedbelasting"Dat was het punt waarbij sprake zou
zijn geweest van verschil van mening tussen de frakties van het C.D.A.
en P.H. ten opzichte van die van de V.V.D. Hij meent dat het iedereen
zal opvallen dat deze zin duidelijk geredigeerd is in de onvoltooid toe-
komende tijd. Dat betekent dat terzake van dat draagkrachtbeginsei ver-
wachtingen zijn gewekt met betrekking tot het toepassen daarvan, althans
voorstellen van andere systemen die dat draagkrachtbeginsel dan zouden
etaleren. Degenen die bij de samenstel1ing van deze beleidsintenties aan
tafel hebben gezeten, hebben bepaald niet ervaren dat dit zo maar in el-
kaar is gezet, neen, elk v<oord is met de grootste zorgvuldigheid op pa-
pier gekomen en zeker die elementen in dit schriftuurwaarbij sprake
is van een verschil in visie van één cen opzichte van twee andere partij-
en of omgekeerdNu leest hij in het antwoord van het college: "de tekst
van de aanbiedingsnota kan zodanig uitgelegd worden, dat wij op de draag-
kracht bij de onroerend-goedbelastingen invloed zouden kunnen uitoefenen;
deze bedoeling hebben wij met de desbetreffende passage niet gehad". Dan
lijkt spreker de konklusie niet onredelijk als hij dan vaststelt dat het
VA 1 /M f £-