1 decenber 1973
402
huidige systeem de meerderheid van het college bevredigt en dan heeft hij
als gevolg daarvan de opmerking gemaakt dat zijn fraktie in het verleden
niromer een bezwaar heeft aangetekend terzake van het bestaande systeem,
ook niet tijdens de onderhandelingen met betrekking tot de col1egevorming,
welk systeem in geen enkel opzicht intussen is aangepast of gewijzigd,
terwijl ook geen voorstel ten opzichte van het draagkrachtbeginsel de
raad heeft bereikt. Ten aanzien van de vraag van de heer Van Amerongen
waarom sprekers fraktie deze opmerking op 5 september niet heeft gemaakt
in de richting van P.H., zegt hij dat die vergadering gewijd was aan de
installatie van de nieuwe raad en aan de samenstelling van het nieuwe
college. Het had dus als zodanig een relatie met de onderhandelingen die
zijn gevoerd met betrekking tot de collegevorming, waarvan de beleidsin-
tenties een belangrijk onderdeel uitmaakten. Dat heeft dan weer recht-
streeks te maken met de verkiezingen. Inderdaad heeft spreker in het ver-
kiezingsprogramma van P.H. gelezen dat het draagkrachtbeginsel daarin
wordt beschouwd als een element waaraan bijzondere waarde wordt gehecht.
In het verkiezingsprogramma van het C.D.A. heeft hij evenwel het woord
"draagkrachtbeginselniet gezien. Vandaar dat hij die vraag destijds
gericht stelde aan de fraktie van het C.D.A.
Be heer De Jong is niet aanwezig geweest bij de besprekingen die ge-
leid hebben tot de uiteindelijke beleidsintenties waarmee de nieuwe pe-
riod.e is ingegaan. Uit dien hoofde kan hij dus niets zeggen over de ach-
tergronden van het principe van de draagkracht. Het is meent hij voldoen-
de bekend dat de C.D.A.-fraktie in het verleden, mede in het kader van
de vaststelling van de doelstellingen en subdoelstellingen van de beleids-
nota, nooit onder stoelen of banken heeft gestoken dat naar haar oordeel
zeker bij het belastingstelsel haar voorkeur uitgaat naar het heffen van
belastingen op basis van het draagkrachtbeginsel
Wethouder Jager vindt persoonlijk dat er nu toch een rookgordijn wordt
opgetrokken. In de nadere beantwoording van het college in de memorie van
antwoord staat dat het college de toepassing van het draagkrachtbeginsel
in de onroerend-goedbelasting niet kan beïnvloeden. Dat betekent dus dat
het college de mate waarin het draagkrachtbeginsel in de onroerend-goed-
belasting tot uitdrukking komt niet kan beïnvloeden. Dat is het enige
wat daarmee wordt bedoeld. Maar als men kiest voor het zoveel mogelijk
toepassen van het draagkrachtbeginsel binnen het gemeentelijk belasting-
gebied dan is het zoveel mogelijk toepassen van de onroerend-goedbelas-
ting daarvoor de eerst aangewezen weg.
Punt 53.
Mevrouw Snoep merkt op dat de schoolhoofden jaren geleden al hebben
gevraagd om een dergelijk postje. Het gaat om vrij kleine bedragen en
zelfs met veel schoolhoofden hoeft het nog niet om veel te gaan. Het
gaat erom dat men kleine technische mankementen, zoals het indraaien
van lampen, zelf kan doen. Zij weet niet precies hoe de hoofden er thans
over denken. Zij meent dat het misschien zinnig zou zijn eens te over-
leggen met de schoolhoofden of zij ook nu nog behoefte hebben aan een
eigen bedrag voor eenvoudige dingen.
Wethouder Reeringh antwoordt dat die behoefte inderdaad bestaat.
De voorzitter stelt thans eerst aan de orde:
XIII. Opneming rioolrecht gebruikers in onroerend-goedbelasting. (volgnr.
136)
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de gemeentefinanciën