m
m
1 WII
149
Het bepaalde in het eerste lid, or.der c. en d. treedt eerst in werking,
nadat burgemeester en wethouders daartoe hebben besioten.
Artikel 3.
De commissie neemt bij haar werkzaamheden het procedure-besluit en de
bepalingen van toepasselijke wetten en/of andere regelingen in acht.
Artikei 4.
De commissie bestaat uit tenminste 8 en ten hoogste 12 leden, te weten:
a. de wethouder van welzijn en maatschappeiijke zorg;
b. drie leden door de gemeenteraad uit zijn midden benoemd;
c. tenminste vier leden, door de gemeenteraad benoemd op aanbeveling
van burgemeester en wethouders, gehoord het op het terrein van het
specifiek welzijn werkzaam zijnde representatief te achten particu-
lier initiatief en de commissie.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd adviseurs aan de conr.iissie toe
te voegen.
Artikel 5.
Burgemeester en wethouders benoemen - gehoord de commissie - een voor-
zitter uit het rnidden der commissie.
De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.
Artikel 6.
Bij de aanbeveling van de in artikel 4 eerste lid, onder c., gencemde
leden, wordt er van uitgegaan, dat deze geacht kunnen worden een alge-
mene belangsteiling te hebben voor het terrein van het specifieke wel-
zijn, waarop de planning betrekking heeft of te beschikken over deskun-
digheid en inzicht op enig gebied daarvan, zodat van deze leden daarom
verwacht kan worden, dat zij de geschiktheid hebben, welke nodig is om
mede uitvoering te geven aan de taakstelling van de commissie.
Artikel 7.
De zittingsduur van de leden is gelijk aan die van de leden van de ge-
meenteraad. Voor de eerste maal heeft de benoeming plaats voor de duur
van het resterende deei van de lopende zittingsperiode van de gemeente-
raad. Het 1 idmaatschap van de commissie eindigt tussentijds:
a. op eigen verzoek;
b. bij verlies van de hoedanigheid van wethouder of raadslid.
Bij herbenoeming of tussentijdse benoeming van de ieden is het bepaalde
in artikei 4 en 5 eveneens van toepassing.
Artikel 8.
De commissie wordt in het vervuilen van haar taak bijgestaan doot een
secretaris, die geen lid van de comrnissie is.
De secretaris wordt door burgemeester en wethouders uit het gemeenteper-
soneel benoemd. Alle stukken welke van de commissie uitgaan, worden door
de voorzitter en secretaris getekend.
Artikel 9.
De commissie kan andere ambtenaren van de gemeente dan de ambtenaar,
5e afd.
14 december 1978
.1 v'S