4e afd.
14 december 1978
144
fld. 5. (spl itsing van de provincie Noord-Honand)
Wij zijn van oordeel dat de provincie Noord-Holland - gezien de relaties
tussen wonen, werken en recreëren (zie het ontwerp-streekplan flmsterdam-
Noordzeekanaalgebied) - niet willekeurig in tweeën kan en nag worden ge-
deeld. In de gegeven situatie bepleiten wij (in meerderheid) dehandhavmg
van de provincie Noord-Holland in tenminste haar huidige vorm. Aan de
provinciegrenzen zou hier en daar iets gewijzigd kunnen worden, met na-
me wat betreft een toevoeging aan de provincie van de geneente Hillegom.
Een tweedeling zoais thans door de minister wordt voorgesteld, achten
wij onaanvaardbaar. Dit geldt ook voor het streven naar een mini-provîn-
cie Kennemerlandwaarvan de Kennemerraad in principe voorstander is.
In tegenstel ling tot het in 1975 in dit verband ook door uv/ raad inge-
nomen standpunt is het college thans in meerderheid van mening, dathet
ongewenst is te blijven vasthouden aan de instelling van een afzonder-
lijke provincie KennemerlandEén van de belangrijkste uitgangspunten
bij de reorganisatie van het binnenlands bestuur is nlhet s,.revennaar
decentralisatie. Wij zijn van oordeel dat de centraliserende tendenten
in het openbaar bestuur pas werkelijk kunnen worden teruggedrongen wan-
neer er sprake is van niet te kleinschal ige provinciale bestuurseer.he-
den. Naarmate de provinciale bestuurseenheden worden verkleind, zal het
rijk naar onze vaste overtuiging eerder tot de conclusie komen dat iiet
afstoten van bepaalde taken en bevoegdheden onverantwoord is en dus
achterwege moet blijven. Tegelijkertijd zal dan de neiging om gemeen-
telijke taken en bevoegdheden door de provincie te laten overnemen toe-
nemen. Met andere woorden: hoe kleiner de provincies, hoe groter het
gevaar van een uitholling van de gemeentelijke taken en bevoegdheden.
Duidelijk is in ieder geval - ook de minister erkent dat cocr te spi e-
ken over de noodzaak van zgn. hulpstructuren - dat zowel bij een onge-
splitste provincie Noord-Holland, als bij een tweedeling van de provin-
cie de behoefte aan een krachtig samengesteld lokaal bestuur aanwezig
blijft. Onder verwijzing naar net gestelde ad 2 verstaan wij onder een
krachtig samengesteld lokaal bestuur dan met name de bestaande gewesten
in Noord-Holland, die ook van het provinciaal bestuur goede or.twikke-
1i ngsmogelij kheden dienen te verkrijgen. Voor de realisering zal het
nodig zijn een daarop toegesneden wettelijk kader te creëren.
Daardooralsook door het verrichten van de huidige en toekonstige bo-