11
hoofd van de bevolking. Studies in dit verband zijn onderncmen door de
Provinciale Planologisciie Dienst in het kader van het streekplan Amster-
dam-Noordzeekanaalgebied en die wijzen ook voor Heenstede op een afname
van de bestedingen bij de winkels voor de periode 1985-1990 zowel in de
food- als in de non-food-sektor. Op basis van die gegevens berekent de
P.P.D. voor de toekomst dan ook een afname van het bestaande vloeropper-
vlak in de non-food-sektor in het winkelapparaat van Heemstede.
De konklusie van deze gegevens is dat de taxatie van de toekomst zeker
niet positief kan zijn, al valt toe te geven dat er nu slechts gekeken
kon worden naar de oiiedrukmeter en de temperatuurmeterMaar deze be-
schikbare informatie wijst in ieder geval naar de konklusie dat ais men
alles laat zoals het is, dit zal leiden tot een afnane van de betekenis
van het hoofdwinkelcentrum in Heemstede.
Inzake het derde punt, het formuleren van de doelstellingen, meent spre-
kers fraktie dat de doelstelling voor Heemstede moet zijn deze ontwikke-
ling niet te accepteren, maar er iets aan te doen, namelijk zorgen dat
het hoofdwinkelcentrum kan worden behouden en het een gezonde toekomst
te bieden. Zij vindt dat het een belangrijke funktie in ons woonoord
vervult en het de aantrekkelijkheid van het wonen in de gemeente verhoogt.
En als men daar iets aan wil doen dan komt hij aan het vierde punt, de
voorwaarden scheppen opdat die doelstellingen zich zullen kunnen verwe-
zenlijken. Op de eerste plaats kan de vraag gesteld worden of de geneen-
telijke overheid daaraan iets kan doen. Daartoe bestaan diverse moge-
lijkheden, zeker ook in het kader van een bestemmingsplan, waar spreker
nu niet verder op in wil gaan.
De eerste mogelijkheid die de gemeente natuurlijk zou kunnen hebben is
niets doen. In dit geval zou dat dus het handhaven van de huidige ver-
keerssituatie betekenen. Zij die deze keuze maken, zou sprekers'fraktie
graag de vraag willen steilen welke vervrachting zij hebben ten aanzien
van het behoud van het "vn'nkelcentrum". Zij veronderstelt namelijk dat
degenen die zich uitspreken vöör de huidige verkeerssituatie, dat doen
met het eigenlijke doel on het winkelcentrum te behouden. Zij maken de
keuze omdat zij menen dat de instelling van het eenrichtingsverkeer op
het noordeiijk deel van de Binnenweg een aantasting zou betekenen van
de winkelfunktie. Over de chaotische toestand die zich daar regelmatig
voordoet wordt zelfs met enige synpathie gesproken ondat"er toch nog
geen ongelukken gebeuren". Spreker kan die redenering moeilijk volgen.
Is de bedoeling daarvan om te wachten tot er wel ongelukken gebeuren?
Wat zouden diezelfde mensen dan tegen de overheid zeggen? Zou het kalf-
put verhaal dan ter tafel komen of: regeren is vooruit zien? Met grote
zekerheid kan men echter stellen dat een dergelijk verwijt dan in ieder
geval te laat zal zijn. De dan op basis van de huidige verkeerssituatie
gekozen oplossingen voor de aangrenzende gebieden zouden op dat moment
maatregelen om de verkeersspanning te verminderen wel eens kunnen blok-
keren. Men kan daarentegen uit de beschikbare cijfers konstateren dat
juist in Heemstede het (tweede) autobezit en daarmede het autogebruik
in het intern verkeer bijzonder toeneemt. Men moet er dan ook van uit-
gaan dat de autodruk in het winkelcentrun nog steeds verder zal toene-
men en spreker vraagt zich dan af of met behoud van de bestaande ver-
keerssituatie wel gegarandeerd kan worden dat het centrum qua ambiance
en metde distributievoorzieningen, die men zo apprecieert, behouden
kan blijven. Er zal een nieuw evenwicht ontstaan tussen de verkeersin-
tensiteit en het funktioneren van het winkelcentrum en naar zijn mening
zal dat uitvallen ten nadele van het winkelen.
De meerderheid van zijn fraktie is er daarom van overtuigd dat als men
25 januari 1979