13
verblijfsmilieu voor fiets en voetganger en voor meer parkeerruinte
voor het winkelen en daarmede voor de toegankelijkheid van de winkels
en dat dit in bepaalde mate een beperking zal inhouden voor de bereik-
baarheid per auto. Onder "bereikbaarheid" verstaat spreker het gemak
waarmee men ergens kan komen en onder "toegankelijkheid" het gemak
waarmee men er ook kan blijven om datgene te doen waarvoor men gekomen
is.
Professor Vollmüller uit Delft schrijft in een nota van januari 1979
voor de stad Den Haag: "Maar de bereikbaarheid voor de auto wordt veel
minder bepaald door de geografische struktuur van de routes als zodanig,
mits die maar duidelijk en logisch zijn, dan van de nodige kapaciteit
op de wegen. Wanneer daaraan voldaan kan worden, zal het van voldoende
parkeerfaciliteiten op de juiste plaats afhangen of het reisdoel ook
toegankelijk is". Sprekers fraktie wil nadrukkelijk onder de aandacht
brengen dat naar haar mening met de keuze voor het éênrichtingsverkeer
op de Binnenweg geen eind-oplossing is gevonden, maar dat hiermede een
begin van een oplossing wordt gemaakt.
Verdere maatregelen zullen een alternerend éénrichtingsverkeer op de
Blekersvaartweg moeten inhouden en de situering in het centrumplan van
een parkeerterrein dat direkt verbonden wordt over de Blekersvaart tus-
sen de winkels door met de Binnenweg. Dit parkeerterrein zou ten dienste
moeten staan van lang-parkeerdersdus de werkers en van kort-parkeerders.
Voor andere lang-parkeerders zou een oplossing gevonden dienen te worden
op het Julianaplein in de vorm van een zogenaamd parkeerpark. Ook de si-
tuatie op het voorterrein van het postkantoor dient haars inziens veran-
derd te worden ten dienste van het bezoekersverkeer. Voor een andere par-
keervoorziening kan gebruik worden gemaakt van het terrein achter de
Raadhuisstraatbereikbaar te maken via Kerklaan en Zeelandlaan.
Verder zullen maatregelen moeten worden getroffen om te voorkonen dat
de kort-parkeerfaci1iteiten ten behoeve van de winkelfunktie benut blij-
ven door 1angparkeerdersOok in 1976 heeft sprekers fraktie zich reeds
sympathiek uitgeiaten over de zogenaamde blauwe zône. Voor de bewoners
van de Binnenweg dient overwogen te worden een vorm van belanghebbenden-
parkeren in te stellen. Zij vraagt ook aandacht voor de mogelijkheden
om fietsen te stallen. Ook zal aandacht moeten worden besteed aan het la-
den en lossen in het winkelgebiedIn verband met de keuze voor oplossing
B meent zijn fraktie dat hierdoor ook een heroverweging noodzakelijk
wordt betreffende de zijwegen en de ontsluitingswegen. Vooruitlopend
daarop wil zij daarbij stellen dat zij ervan uitgaat dat de instelling
van het ëénrichtingsverkeer en het creëren van meer parkeerfaciliteiten
tot gevolg zal moeten hebben dat de verkeersdruk van het rijdende en
het stilstaande verkeer in de aangrenzende woongebieden zal verminderen.
Tenslotte merkt spreker inzake de keuze voor B of C op dat zijn fraktie
meent dat de geografische struktuur van de wegen in en rond het centrum-
gebied zicn niet leent om een keuze voor C mogelijk te maken. Een keuze
voor C maakt het onmogelijk om ten volle van de wegkapaciteit van de
Blekersvaartweg gebruik te kunnen roaken in samenhang met een vlotte af-
werking van het Binnenweg-verkeer. Ook zou de betekenis die het parkeer-
terrein in het centrumplan bij oplossing B kan bieden aanzienlijk worden
verminderd. De minderheid en de meerderheid van zijn fraktie meent, bin-
nen de verantwoordelijkheid die zij heeft, in oprechtheid tot de gemaakte
keuze te zijn gekomen.
De heer Borghouts brengt naar voren dat wederom de voorbereiding van
het bestemmingsplan Binnenweg-Raadhuisstraat aan de orde is. Deze keer
als rechtstreeks gevolg van de beleidsintenties die vorig jaar zomer tus-
25 januari 1979