23
beleid is waarbij de inwoner weet dat, als er een besluit is gevallen
in een raad of in een bastuurscollege, dat gekozen is door de inwoners,
zulks een besluit een waarde heeft voor een langere termijn dan 3 jaar,
indien er verder wezenlijk niets gebeurd is dat een uitnodiging zou
zijn voor een wijziging van dat beleid. Konsistent beleid is per defi-
nitie niet dat ais men vandaag een besluit neemt en er zijn verkiezingen
waardoor er één zetel verwisselt, dat men dat dan aangrijpt om een zaak
opnieuw aan de orde te stellen, ondat men dan wellicht een kans heeft
wel zijn zin te krijgen. Dat is wel een beleid, maar konsistentie zit
er niet aan.
De heer Van Vlijmen dankt de heer Huijbregts voor het kompliment
dat hij spreker maakte, dat hij opvalt in het verdedigen van de demokra-
tie. Of dat moet blijken door het vermelden van een handtekeningenaktie
kan hij echter niet inzi.en. Hij meent dat de demokratie in deze raad
funktioneert en als het maatschappelijk draagvlak daarvoor gezocht moet
worden, dan moet men dat doen via georganiseerde inspraak, waar Heemstede
al enkele jaren ervaring mee heeft en moet men zich niet richten op wil-
lekeurige akties, hoe sympathiek spreker die overigens ook vindt. Spre-
ker is er niet op ingegaan omdat hij dan ook op de inhoud van de aktie
zou moeten ingaan. Naar zijn gevoel heeft deze enquête namelijk het man-
ko - dat veel van deze akties hebben - dat ze een keuze vragen tussen
iets bekends en iets onbekends. Hij kan deze aktie dan ook niet anders
zien dan als een adhesiebetuiging aan een van tevoren geformuleerde stel-
ling die overigens nog een onduidelijke stelling is, want hieruit zou
moeten blijken dat degenen die voor het behoud van het winkelcentrum
zijn, dus voor het behoud van het tweerichtingsverkeer zouden moetenzijn.
Spreker is van oordeel dat hij aan de mening van de winkeliers voldoende
aandacht heeft gegeven. Hij heeft alleen getracht om niet in beoordelin-
gen te vervallen, maar te zoeken naar de onderliggende redenering voor
de keuze ivaar we mee bezig zijn. Een winkelier gaat zijn inventaris al
vernieuwen op het moment dat hij denkt dat zijn klanten over enkele ja-
ren op zijn oude inventaris uitgekeken zullen zijn. En spreker garandeert
dat als hij op dit moment onder zijn klanten een enquête gaat houden
over de vraag of zijn klanten vinden dat zijn inventaris moet veranderen,
dat dan de meerderheid van de klanten zal zeggen: neen, houdt die oude
zaak maar, want die is zo bekend en vertrouwd en we winkelen zo prettig
bij u. Maar toch weet de winkelier dat hij het risico loopt, als hij
doet wat de klanten zeggen te wiilen, dat hij over een paar jaar door
diezelfde klanten uit de markt kan worden geprijsd. Iets dergeiijks is
in het onderhavige geval ook aan de orde. Men moet beslissingen nemen
voor de toekomst en men moet vooruit durven kijken.
In de commissie heeft ëén van de leden naar aanleiding van een dergelij-
ke opmerking van spreker gesteld: de beste stuurlui staan aan wal.
Spreker is het daarmee eens, want de raadsleden zijn die stuurlui niet,
zij staan wel degelijk op de walmaar dan als havenneesters en hij denkt
dat dit precies de vergissing is die dat commissielid op dat moment ge-
maakt heeft.
Met het autoverhaal heeft spreker alleen maar bedoeld te zeggen dat het
voor iedereen die in deze besluitvorming betrokken is, natuurlijk prettig
zou zijn meer gegevens te hebben, die de zaak "probleemharder" op tafel
zouden kunnen brengen. Spreker heeft gesteld dat er bepaalde signalen
zijn die aangeven wat de ontwikkeling is en die vrorden meestal ook door
omzetenquêtes of door historisch verloop van onzetten bevestigd. Hij be-
treurt het dan ook dat men v;at dat aangaat niet alle instrumenten in de
hand heeft, maar hij acht de instrumenten die er dan wel zijn in ieder
25 januari 1979