7
belangen zeker onder de naat. De Binnenweg is bestend als winkelstraat
en dan acht zij de winkeliers toch zeker de eerst betrokkenen. Indier.
zij, op grond van hetgeen hen bekend is over de koopgewoonte van het
publiek - en wie kan daarover een beter oordeel geven - bevreesd zijn
voor omzetverlies, dan dient met deze beduchtheid ernstig rekening te
worden gehouden en minstens zou aangetoond moeten worden dat voor'die
ongerustheid geen goede reden bestaat.
Alom mag als bekend worden beschouwd dat vele middenstanders een margi-
nale winstkapaciteit hebben. Deze bedrijven lopen ernstig gevaar indien
tengevolge van overheidsingrijpen het voor een deel aer klanten minder
aantrekkelijk wordt hun zaak te bezoeken. Dit houdt dus in dat belangen
van het winkelend publiek korresponderen met die van de winkelbedrij-
ven. In dit verband is minstens interessant de uitkomst van de spontane
handtekeningen-aktie gehouden onder de bezoekers van winkels aan de
Raadhuisstraat en de Binnenweg. Circa 1100 bezoekers verzoeken handha-
ving van de thans bestaande verkeerssituatie, dus verkeer in beiderich-
tingen.
Wanneer met dit risiko nagenoeg of in onvoldoende mate rekening wordt
gehouden, is er, naar de mening van zijn fraktie, sprake van een licht-
vaardige voorbereiding
Een vierde bezwaar van zijn fraktie richt zich tegen de gevoerde proce-
dure en de relatie die hierbij bestaat tot de door de frakties aanvaarde
beleidsintenties. In punt 26, onder het hoofd economische zaken, leest
men: "Bij het nemen van beslissingen en het uitvoeren van maatregelen
dient rekening gehouden te worden met de bestaansmogelijkheden en ont-
plooiingskansen van het bedrijfsleven"En vervolgens, een versterking
nog van dit artikel, onder punt 27: "Bij het treffen van maatregelen
die het bedrijfsleven raken, dient vooraf met de betrokkenen overleg
plaats te vinden". Sprekers fraktie vraagt zich af waar en wanneer in
dit geval blijkt van het rekening houden met de bestaansmogelijkheden
en de ontplooiingskansen van het bedrijfsleven, mede in het licht van
het door het bedrijfsleven uitgesproken bezwaar. In de tekst van het
college-voorstel wordt zelfs niet gerept over een mogelijk effekt van
de maatregelen op die bestaansmogelijkheden en ontplooiingskansen.
Ten aanzien van punt 27 geldt dat in het geheel geen vooroverleg met
het bedrijfsleven, ten aanzien van de heroverweging van het vastgestel-
de raadsbesluit, heeft plaatsgevonden of dat zo'n overleg zelfs is
overwogen, vôördat dit collegevoorstel tot stand kwam. En niemand zal
toch willen ontkennen dat de te treffen maatregelen het bedrijfsleven
raken. Het feit dat door twee frakties een heroverweging van dit ver-
keersplan wordt verlangd, ontslaat naar de mening van sprekers fraktie
het college niet van de plicht relevante beleidsintenties bij de voor-
bereiding van een voorstel aan de raad, te betrekken. Dit is eens te
meer een zaak van behoorlijk bestuur, indien, zoals nu het geval is,
reeds bij voorbaat vaststaat dat in de raad geen eensluidend standpunt
te verwachten is.
Juist met het doel om, indien economische belangen aan de orde zijn,
de hieraan verbonden aspekten in alle zorgvuldigheid bij de beleidsvoor-
bereiding te integreren, werd de commissie econonische zaken ingesteld.
Een zeer belangrijk deei van de economische belangen in Heenstede vindt
men op de Binnenweg aanwezig in de aldaar gevestigde bedrijven. Zou het
dan ook niet voor de hand gelegen hebben indien deze commissie mede in-
geschakeld zou zijn bij de voorbereiding van dit voorstel? Of met het
voorstel te wachten tot deze commissie met niet-raadsleden zal zijn uit-
gebreid, zoals zeer binnenkort te verv/achten is? En als er ooit sprake
is van een betrokkenheid van plaatselijke bedrijven met het verkeer, dan
25 januari 1979