17
Artikel 11.
De voorzitter van een commictie kan omtrent het in besloten vergadering
behandelde en omtrent de inhoud van stukken welke aan de commissie wor-
den overgelegd, geheimhouding opleggen.
Zij wordt zowel door de leden die bij de behandeling tegenwoordig waren,
els door de leden die op andere wijze van het behandelde en van de stuk-
Ken kennis nemen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.
Artikel 12.
1. De leden van het college van burgemeester en wethouders kunnen,^
voorzover zij geen deel uitmaken van een commissie, de vergaderingen
van een commissie bijwonen, wanneer zij de wens daartoe tevoren aan
de voorzitter kenbaar maken.
2. In deze vergaderingen kunnen zij aan de discussie deelnemen.
Artikel 13.
1. De voorzitter van een commissie geeft bij de behandeling van een
onderwerp eerst aan de aanwezigen op de publieke tribune de gelegen-
heid kort iets over het onderwerp te zeggen. De spreektijd voor de-
genen die daarvan gebruik maken, is maximaal twee minuten per per-
soon. In het belang van het verloop van de vergadering of van het in
behandeling zijnde onderv/erp is de voorzitter bevoegd de spreektijd
te bekorten of te verlengen.
2. De commissie kan de door de sprekers uit het publiek gemaakte opmer-
kingen bij haar beschouwingen betrekken.
3. De voorzitter kan, indien daaraan vanuit de commissie behoefte blijkt
te bestaan, te allen tijde de sprekers uit het publiek degelegenheid
geven, hun opmerkingen te verduidelijken of aan te vullen.
Artikel 14.
Een conmissie is bevoegd ambtenaren van de gemeente inlichtingen te
vragen omtrent zaken die tot haar werkterrein behoren en hen uit te
nodigen haar vergadering bij te wonen teneinde voorlichting en toe-
lichting te geven over onderwerpen welke hun werkzaamheden betreffen.
Artikei 15.
1. Een commissie is bevoegd een deskundige op haar werkterrein uit te
nodigen een of meer vergaderingen van de commissie bij te wonen en
zijn zienswijze omtrent een op de agenda vermeld punt kenbaar te ma-
ken of de commissie voorlichting of inlichtingen te verstrekken.
2. Gelijke bevoegdheid komt toe aan de voorzitter van een commissie.
Artikei 16.
1. Deze verordening treedt in werking op 1 maart 1979.
2. Op de dag van haar inwerkingtreding vervalt de Verordening inzakede
vaste commissies van advies en bijstand, vastgesteld bij raadsbe-
sluit van 27 juli 1972, nr. 96, laatstelijk gewijzigd bij raadsbe-
sluit van 5 september 1973, nr. 103
HEEMSTEDE, 22 februari 1979.
De raad voornoemd,
De secretaris,
De voorzitter,
-7-
4e afd.
22 februari 1979