2e afd. 29 maart 1979 40
4E WIJZIGING ALGEHEEN AMBTENARENREGLEMENT
Heemstede, 13 maart 1979.
Aan de raad,
Wij doen u hierbij ter vaststelling toekomen een ontwerp-besluit tot
4e wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement.
De in dit ontwerp opgenomen wijzigingen zijn ons aanbevolen door het
Centraai Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeentelij-
ke personeelsaangelegenheden. Het over deze wijzigingen gevoerde cen-
traal overleg heeft tot overeenstemming geleid met de centrales van
overheidspersoneelzodat plaatselijk overleg achterwege kan blijven.
De wijzigingen dragen ten dele een technisch karakter. Een aantal be-
palingen heeft dan ook ten doel de tekst te verbeteren en aan te pas-
sen aan de regelingen, welke voor het rijkspersoneel gelden.
Deze wijzigingen behoeven naar onze mening geen nadere toelichting.
Op een tweetal wijzigingen willen wij echter nader ingaan.
Deze wijzigingen betreffen in de eerste plaats de schrapping van het
bepaalde in artikel D 12, lid 1, sub c en het nieuw opgenomen artikel
D 15.
Door de aanwijzing van het woongebied en door het veel vaker verlenen
van ontheffing van de verplichting te wonen binnen dat woongebied zijn
de mogelijkheden voor ambtenaren om van passief kiesrecht gebruik te
maken veel groter geworden. Bovendien is aan de uitoefening van de funk-
tie van raadslid of v;ethouder tegenwoordig een zodanige vergoeding ver-
bonden, dat het wenselijk wordt geacht een korting op de bezoldiging
toe te passen over de tijd, dat een ambtenaar ten behoeve van de vervul-
ling van werkzaamheden, voortvloeiende uit een funktie in een publiek-
rechtelijk college, verlof geniet.
üe tweede wijziging, waarop wij de aandacht zouden willen vestigen,
betreft de wijziging van artikel E 18 in die zin, dat in plaats van amb-
telijk inkomen in het vervolg het gezinsinkomen bepalend is voor de toe-
passing van de zgn. 1%-regeling. Naarmate de echtgenote van de ambtenaar
sedert de invoering van de 1%-regeling steeds meer aan het arbeidspro-
ces is gaan deelnemen, wordt het biliijk geacht, dat ook haar inkoraen
(voorzover zij niet verplicht verzekerd is) mede-bepalend is voor de
