afd- 29 maart 1979 40
volgend kalenderjaar".
a. het bepaalde in artikel D 12, lid 1, sub c, wordt geschrapt;
b. het bepaalde in artikel D 12, lid 1, sub ia, wordt herschreven
als volgt:
m. bij overlijden van echtgeno(o)t(e)ouders, pleegouders,
stiefouders, schoonouderskinderen, pleegkinderen, stief- en
aanbehuwdkinderenvier dagen, van bloed- en aanverwanten in
de tweede graad, tv/ee dagen, van overige bloed- en aanverwan-
ten tot de vierde graad ingesloten en van de echtgeno(o)t(e)
van schoonzuster of zwager voor ten hoogste een dag, tenzij
de ambtenaar is belast met de regeling der begrafenis of (en)
nalatenschap, in welk geval verlof voor ten hoogste vier da-
gen wordt verleend.
Opgenomen wordt een nieuw artikel D 15, iuidende:
Artikel D 15
1. Voorzover de belangen van de dienst zich daartegen niet verzet-
ten, wordt aan de ambtenaar door burgemeester en wethouders ver-
lof verleend tot het vervullen van werkzaamheden, voortvloeien-
de uit een funktie in een publiekrechtelijk college, waarin de
ambtenaar is benoemd of verkozen, één en ander voor zoveel zulks
niet in vrije tijd kan geschieden en het verlof minder dan de
normale werktijd bedraagt.
2. Indien de ambtenaar uit hoofde van benoeming of verkiezing, als
bedoeld in lid 1, aanspraak heeft op een vaste vergoeding - niet
zijnde een onkostenvergoeding - wordt op zijn bezoldiging over
de tijd dat hij het op grond van het eerste lid verleende ver-
lof geniet, een inhouding toegepast. Deze inhouding gaat het geen
hij geacht kan worden te ontvangen als vergoeding voor de met
het verlof overeenkomende tijd niet te boven.
3. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van de vorige
leden nadere regels vaststellen.
a. het bepaalde in artikel E 5, le lid, onder a, wordt herschreven
als volgt:
a. of er sprake is van verhindering tot het vervullen van de
betrekking wegens ziekte,en in geval van gedeeltelijke ar-
beidsongeschiktheid, in welke mate; -3-