2e afd
29 maart 1979
40
inhoud:
4. De raad kan, in afwijking van het bepaalde in het vorige lid,
op voorstel van burgemeester en wethouders een regeling tref-
fen waarbij aan de gewezen ambtenaar een uitkering wordt toe-
gekend, die naar het oordeel van de raad met het oog op de
omstandigheden redelijk is te achten. Deze uitkering mag al-
leen dan minder bedragen dan de uitkering bedoeld in het vo-
rige lid, indien het ontslag in overwegende mate aan eigen
schuld of toedoen van de ambtenaar is te wijten en mag niet
tot een lagere uitkering leiden dan die weike hij krachtens
de Uitkeringsverordening zou hebben genoten, indien die ver-
ordening op hem van toepassing zou zijn geweest. Het bepaal-
de in artikel 1, onder b, tweede gedeelte van de volzin, in
de Uitkeringsverordening vindt in dit geval geen toepassing.
B. te bepalen, dat het onder A vermelde wordt geacht in werking te
zijn getreden op 1 januari 1979 met uitzondering van het bepaalde
onder II, dat geaclit wordt in werking te zijn getreden op 1 januari
1978 en van het bepaalde onder punt IVa en V, dat in werking treedt
op 1 april 1979.
HEEMSTEDE, 29 maart 1979.
De raad voornoemd
De secretaris
De voorzitter
-6-