4e afd. 26 april 1979 48 II. vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING REGELENDE DE BEVOEGDHEID, SAMENSTELLING EN WERKWIJZE VAN DE COMMISSIE VOOR DE BEROEPSCHRIFTEN. Artikel 1. In de gevallen waarin op grond van enig wettelijk voorschrift, een gemeentelijke verordening daaronder begrepen, bij de gemeenteraad beroen is innesteld teaen een besluit van burgemeester en wethou- ders of een besluit van de burgemeesterwordt op dit beroep be- slist door de commissie voor de beroepschriftenhierna genoemd "de commissie". Artikel 2. 1. De commissie bestaat uit zeven leden, te weten: a. een voorzitter, op aanbeveling van burgemeester en wethouders door de gemeenteraad buiten zijn midden benoemd; b. zes leden, door de gemeenteraad uit zijn midden benoemd. 2. Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met het lid- maatschao van het college van burgemeester en wethouders. 3. Ten aanzien van de voorzitter is het in de artikelen 21,23,24 en 26 van de Gemeentewet bepaalde ten aanzien van de leden van de raad voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing,met dien verstande, dat hij geen ingezetene van de gemeente behoeft te zijn. Het bepaalde in de artikelen W 1, lid 1, W 6, leden 1,2 en 3, eerste zin van de Kieswet met betrekking tot het einde van het lidmaatschap is op de voorzitter van overeenkomstige toepassing. 4. Voor de benoeming van de voorzitter dienen burgemeester en wet- houders, de commissie gehoord, een aanbeveling in van zo mogelijk twee personen. Artikel 3. 1. De gemeenteraad benoemt uit zijn midden drie plaatsvervangende leaen van de commissie. 2. De gemeenteraad bepaalt tevens welk lid de voorzitter bij afwe- zigheid of onstentenis zal vervangen. Artikel 4. De gemeentesecretaris of bij diens afwezigheid of ontstentenis de waarnemend gemeentesecretaris treedt op als secretaris van de com- missie. Artikel 5. 1. De leden van de commissie, bedoeld in artikel 2, onder b, en de plaatsvervangende leden van de commissie, die ophouden lid van de gemeenteraad te zijn of die benoemd worden tot wethouder, houden daarmede op lid, c.q. plaatsvervangend lid van de commissie te zijn. 2

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 16