4e afd.
26 april 1979
48
2. De leden en de plaatsvervangende leden kunnen te allen tijde hun
ontslag nemen. Zij dienen dit schriftelijk in bij de voorzitter.
Zij die ontslag hebben genomen, blijven hun functie waarnemen totdat
in hun opvolging is voorzien.
Artikel 6.
1. De burgemeester stelt de voorzitter onmiddellijk in kennis van een
ingesteld beroep en doet hem zo spoedig mogelijk de voor de behan-
deling van het beroep nodige stukken toekomen.
2. De voorzitter draagt zorg dat voor de behandeling van een ingesteld
beroep nodige stukken voor zoveei nodig tijdig ter kennis komen van
de leden der commissie.
Artikel 7.
1. De vergaderingen van de comnissie worden belegd door de voorzitter,
die voor de oproeping van de overige ieden zorqdraagt met mededeling
van de agenda. Bij afweziaheid van een lid roept de voorzitter het
voor hem benoemde plaatsvervangend lid op.
2. De voorzitter beleat een vergaderinq binnen 14 dagen, nadat hij in
kennis is gesteld van een ingesteld beroep, als bedoeld in artikel 1.
De vergadering wordt ten hoogste 10 dagen daarna gehouden.
3. Voorts belegt de voorzitter een vergadering zo dikwijls hij dit no-
dig oordeelt of tenminste twee andere leden dit nodig oordelen. In
het laatste geval wordt de vergadering gehouden binnen 14 dagen-na-
dat het verzoek daartoe is gedaan.
4. Vergaderingen van de commissie vinden geen doorgang indien niet meer
dan drie leden aanwezig zijn.
5. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staken van
stemmen beslist de stem van de voorzitter.
6. Indien een vergadering op grond van het bepaaide in het vierde iid
geen doorgang kan vinden, wordt een nieuwe vergaderina beiegd. In deze
verqadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aan-
wezige ieden, doch alleen over de onderwerpen, in de oproep tot de
vergadering vermeld. Tussen de eerste en de tweede vergadering moet
een tijdvak van tenminste 10 daaen liggen.
Artikel 8.
1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar, behoudens het bepaai-
de in artikel 64, tweede lid, tweede tot en met vijfde zinsnede, van
de Gemeentewet.
2. De voorzitter brengt plaats, dag en aanvangsuur van de veraadering
tegelijk met de oproeping van de leden ter openbare kennis, met mede-
deling van de agenda.
Artikel 9.
Een lid neemt niet deel aan de behandeling van een beroen waarbij hij,
zijn echtgenote of één van zijn bloed- of aanverv/anten tot en met de
derde graad op enigerlei wijze persoonlijk belang heeft. In dit aeval
wordt zijn plaats ingenomen door een plaatsvervanger.