4e afd.
26 april 1979
48
Artikel 10.
1. De voorzitter steit degene, die het beroep heeft inqesteld bij
schriftelijke kennisgeving in de gelegenheid zijn beroep in de
vergadering van de commissie mondeling toe te lichten. Retrokke-
ne kan zich door een raadsman doen vertegenwoordigen of bijstaan.
2. De voorzitter doet van de in het eerste lid bedoelde kennisgeving
mededeling aan burgemeester en wethouders, ingevai beroep is inge-
steld tegen een besiuit van dit coliege.
3. Hij stelt burgemeester en wethouders-en de indiener van het beroep-
schrift in de gelegenheid kennis te nemen van de stukken, die ter
nadere toelichting bij de commissie zijn ingediend.
4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd hun standpunt door êén of
meer leden van hun college en/of één of meer ambtenaren van de ge-
meente, al dan niet door andere personen bijgestaan, nader in de
in het eerste lid bedoelde vergadering te doen uiteenzetten.
5. Ingevai beroep is ingesteld tegen een besluit van de burgemeester
is het in het tweede en derde lid bepaalde voor zoveei mogelijk
van overeenkomstige toepassing.
Artikel 11.
1. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de com-
missie de indiener van het beroepschrift en - indien het een be-
roep betreft tegen een besluit van burgemeester en wethouders -
dit college uitnodigen nadere iniichtingen te verstrekken over de
aanhangige zaak. Burqemeester en wethouders verstrekken de inlich-
tingen hetzij schriftelijk, hetzij mondeling door éên of meer le-
den van hun college of door éên of meer daartoe door hen gemachtigde
ambtenaren van de gemeente.
2. Indien het beroep betrekking heeft op een besluit van de burgemees-
ter, is het in het vorige lid bepaalde voor zoveel mogelijk van over-
eenkomstige toepassing.
Artikel 12.
De voorzitter is eveneens bevoegd uit eigen beweging of op verlangen
van de commissie het advies van aeskundi^engeen ambtenaren van de
gemeente zijnde, in te winnen en deze daartoe uit te nodigen in dever-
gadering van de commissie te verschijnen.
Artikel 13.
1. Na beëindiging van het onderzoek wordt door de voorzitter een verga-
dering van de commissie belegd, waarin op het ingestelde beroep een
met redenen omklede beslissing wordt genomen.
2. De voorzitter draagt zora, dat de beslissing zo spoedig mogelijk schrif-
telijk ter kennis wordt gebracht van degene, die het beroep heeft inge-
steld, van de gemeenteraad, alsmede van burgemeester en wethouders in-
geval het beroep betrekking had op een besluit van dit college en van
de burgemeesterindien het beroep betrekking had op een besluit van de
burgemeester.
4