26 april 1979
101
Voorzover over op deze lijst voorkoinende projekten geen opmerkingen
worden gemaakt, neemt spreker aan dat de raad zich daarmede dan kan ver-
enigen. Deze lijst iuidt als volgt: (zie bijlage 1)
1.12.02.
De heer Arnoldy deelt mede dat zijn fraktie de behoefte aan fraktie-
assistentie onderkent, doch van mening is dat juist gelet op de finan-
ciële positie van de gemeente, het een wat oneigenlijke zaak is nu met
een voorstel te komen dat een beslag op de middelen van de gemeente ten-
gevolge zal hebben. Zij zal dus tegen dit projekt stemmen.
De voorzitter konstateert dat de V.V.D. de enige fraktie is die tegen-
stemt, zodat dit projekt blijft gehandhaafd.
1.41.01/03.
De voorzitter stelt namens het college voor deze projekten thans niet
op te voeren. Het medisch onderzoek bijvoorbeeld is een projekt dat een
budgettaire ruimte vergt van minder dan f 25.000,--, terwijl het college
voorstelt de andere drie objekten in 1980 op te voeren, omdat er een
stuurgroep respektievelijk werkgroep gevormd gaat worden die het college
zal adviseren omtrent welke beleidsaspekten uit de personeelsnota de
eerste prioriteit en volgende prioriteiten zullen krijgen. Daar is wat
tijd mee gemoeid. Het gevaar is niet denkbeeldig dat als die projekten
in 1980 worden opgevoerd er geen budgettaire middelen tijdig ter beschik-
king zouden zijn.
De heer Van Amerongen begrijpt dat deze vier projekten dan volgend
jaar weer op de projektenlijst kunnen worden opgevoerd, zodat er dan ge-
legenheid is om daarover te diskussiëren.
De voorzitter bevestigt dat.
Wethouder Reeringh merkt op dat de raad vrij is om aan te geven welke
projekten in het kader van het personeelsgebeuren zouden moeten worden
uitgevoerd. Een praktisch punt om het nu niet te doen is dat de perso-
neelsfunktionaris die met deze materie zal worden belast, er waarschijn-
lijk pas in het najaar zal kunnen zijn en dan enige tijd nodig zal heb-
ben om in te werken, terwijl het aan de andere kant zo is dat de werk-
groep die in de personeelsnota is genoemd en die zeer binnenkort van start
zal gaan, de taak heeft om een inventarisatie te maken van met name de
waarde die door betrokkenen aan éên en ander wordt toegekend, waarna een
afweging zal plaatsvinden ter advisering aan het college en aan de raad
met betrekking tot de prioriteitstelling van de projekten die in de nota
zijn opgenomen.
Als de raad die projekten nu wel opvoert dan zou dat een frustratie kun-
nen betekenen van het werk van die werkgroep, omdat dat zou betekenen dat
er dan een aantal projekten al uitgelicht zijn die wellicht later bijvoor-
beeld in het advies van de werkgroep zouden blijken niet de eerste te zijn
die in aanmerking zouden komen voor uitvoering. De raad krijgt in volle
omvang bij de beleidsplanraad 1980 gelegenheid om deze projekten te be-
kijken, waarbij dan ook de werkgroep gereed is met zijn taak en de volgor-
de van de uit te voeren projekten goed onderbouv/d aan de raad zou kunnen
worden aangeboden.
De voorzi tter konstateert dat de raad akkoord gaat met niet-opvoering
van deze projekten.
2.10.03.
De voorzitter deelt mede dat de werkgroep die dat onderzoek vanuithet