104
26 april 1979
van is en dus in staat is om aan te geven wat de financiële middelen
en de personele middelen zijn die daaraan ten grondslag liggen in het
kader van de toezegging die het heeft gedaan om de raad na'deze avond
een inzicht daarin te geven ten behoeve van de prioriteitstelling. In
die zin is spreker persoonlijk van mening dat de hadere konkretisering,
zoals die nu door de V.V.D.-fraktie is gegeven, in feite die mogelijk-
heid nog steeds niet biedt. Inzake het betrekken van de kinderboerderij
bij de mi1ieuvoor1ichtingkan men thans niet invullen hoe men dat moet
doen, met welke kosten en met welke personele middelen. In die zin is
het voor spreker niet konkreet genoeg.
Ten aanzien van het betrekken van milieuvoorlichting in het onderwijs
zegt spreker, dat als de bedoeling hiervan is uit te spreken dat de eerste
doelgroep het onderwijs moet zijn, dat geen projekt is maar een beleids-
uitspiaak dat in het milieuvoorlichtingsbeleid het onderwijs de eerste
aandacht zou moeten hebben, maar het betrekkep van milieuvoorlichting kan
op 20 manieren. De vraag is welke manier en wat voor projekt dat dan moet
zijn en dat kan met verschillenae kosten. Vandaar dat hij adviseert ôf
dit niet zo op tevoeren en het college vragen nadere voorstellen te ont-
wikkelen ten aanzien van milieuvoorlichting zowel in het onderwijs als
daarbuiten - hij is bereid toe te zeggen dat hij daarbij in eerste in-
stanu'e ook aandacht zal willen besteden aan die onderwijsgroepen - öf,
dat is dan het alternatief, te denken aan het voorstel van de P H -frak-
tie.
Mevrouw Bierman geeft aan dat bij 10.11.01 de kinderboerderij weer
aan de orde komt en het geschikt maken daarvan voor het aeven van voor-
lichting. Misschien kan bij dat punt iets konkreter worden ingegaan hoe
dat gereaiiseerd zou moeten worden. Haar fraktie is voôr het handhaven
van deze drie proje.kten en zij heeft het volste vertrouwen in het colle-
ge dat als het in het verleden inhoud heeft kunnen geven aan de term
"mi1ieuvoor1ichti ngsprojekt"het dan ook mede in overleg met de commis-
sie, voor deze drie meer gekonkretiseerde voorstellen den redelijke in-
houd zal vinden.
De heer Van Emmerik is'gevoelig voor het argument van de wethouder dat
dit financieel nog niet kan worden ingevuld. Dat is op zich al een aan-
wijzing dat het dan niet voldoende konkreet is. Hij is het ermee eens
dat vanwege het college nader bekeken en uitgezocht wordt wat dit kan in-
houden en dat daarna in een later stadium daarover kan worden gesproken.
De heer Van Amerongen meent dat het een verstandige zaak is het al-
ternatieve projekt van zijn fraktie terug te trekken en aan het college
te vragen één en ander eens uit te zoeken.
De voorzitter konkludeert dat deze projekten dus niet worden opgevoerd.
Mevrouw Bierman meent dat het dan betekent dat er geen enkel projekt
blijft staan op het terrein van milieuvoorlichting.
De voorzitter antwoordt dat dit niet in deze vorm komt, maar er is de
toezegging van de wethouder dat het college, in het kader van deze mi-
1 ieuobjekten, naar haalbare punten e'n ook met budgettaire mogelijkheden
daartoe en vertaling daarvan, zal trachten te komen.
Wethouder Jager merkt nog op dat er thans vast op de begroting jaai
lijks f 10.000,-- staat voor mi 1 ieuvoorl ichtingsaktivi tei tendus indie
zin hoeft men niet bang te zijn dat er in de komende jaren geen geldvoor
milieuvoor1ichtingsaktiviteiten zou zijn. Hier gaat het om zaken die bo-
ven die f 10.000,zouden moeten plaatsvinden.