110
26 april 1979
Zijn fraktie heeft daar een tweetal overwegingen voor. Het eerste isdat
er sinds kort een koopavond is in Heemstede. Men zou kunnen stellen: een
aantal jaren geleden was er ook een koopavond, toen is er een experiment
geweest, dat bleek geen succes en waarom zou men het dan nu wel doen.
Daar heeft dan de tweede overweging van zijn fraktie mee te maken. De af-
gelopen jaren is er duidelijk sprake van een zodanige maatschappelijke ont-
wikkeling, dat steeds meer zowel man als vrouw overdag werkt. Er zijn ook
steeds meer alleenstaanden die overdag werken en dus niet in de gelegen-
heid zijn de secretarie te bezoeken. Ondanks deze maatschappelijke ontwik-
keling weet men natuurlijk niet zeker dat als de secretarie 's avonds weer
geopend zou worden op de koopavond het dan ook een succes zal zijn. Van-
daar ook dat er in het projekt gesproken wordt van een experiment.
De heer Van Emmerik meent dat het niet zozeer om maatschappelijke ont-
wikkeling gaat, maar of er ook maatschappelijke behoefte is. En zelfs voor
een experiment moet er toch enige indikatie zijn vanuit degenen die daar-
van dan gebruik zouden kunnen maken voordat iets dergelijks op touw wordt
gezet, gezien ook de belasting die dit weer meebrengt voor het ambtelijk
apparaat. Zodra er een indikatie zou zijn voor die behoefte staat zijn
fraktie met die van P.H. voorop om dit voor te stellen als projekt.
De heer Arnoldy deelt mede dat zijn fraktie zich kan vinden in de re-
daktie van het coflege. Het argument van de heer Van Emmerik met betrek-
king tot de belasting van het personeel van de gemeente is voor sprekers
fraktie bepalend.
De voorzitter konstateert dat het projekt niet wordt opgevoerd.
5.20.01.
Mevrouw Bierman zegt dat haar fraktie een gewijzigde tekst voorstelt,
die als volgt luidt: "Inventarisatie van de bestaande groenvoorziening
met het doel om in het kader van de planmatige aanpak van de vervanging
en onderhoud te kunnen inspeien op de al dan niet experimentele vernieu-
wing en eventueel gewenste funktieverandering". De beleidsintentie gaat
ervan uit dat een planmatige vernieuwing c.q. verbetering van het groen
zal worden voorbereid en dat in dat kader experimenten met nieuwe groen-
vormen zullen worden uitgevoerd. Bij haar staat voor dat zij uitgaat van
een planmatige aanpak die natuurlijk al bestaat en die in de lopende gang
van zaken vanzelfsprekend gericht is op vervanging en onderhoud van het
groen. In dat bestaande kader zou zij graag willen anticiperen op de komen-
de wel of niet experimentele vernieuwing van dat groen, maar daarnaast
zou zij tijdig kunnen willen inspelen op de vraag of in het groen funktie-
verandering, in wat voor vorm dan ook, gewenst is, in die zin dat zij zich
afvraagt of kijkgroen, zoals dat op vele plaatsen aanwezig is, aitijd in
die vorm gehandhaafd zal moeten worden, of dat op die plaats verschillen-
de vormen van spelelementen of dergelijke zaken geïntroduceerd moeten wor-
den. Dat element van die herwaardering van die funktie mist haar fraktie
enigszins. Zij zou dat willen meenemen bij de beoordeling van plannen ten
aanzien van de groenvoorziening.
Wethouder Jager heeft persoonlijk de indruk dat er bij de V.V.D.-frak-
tie met dit voorstel sprake is van een misverstand. Het is wel degelijkde
bedoeling, juist in het kader van de experimenten met verschi1lende vormen
van groenvoorzieningenwaarbij bijvoorbeeld begrippen als gebruiksgroen
enzovoort een rol spelen, om die nu juist in die experimenten te gaan be-
kijken. Dat was de achtergrond van de beleidsintentie die in augustus 1978
is gemaakt. Het is naar sprekers oordeel juist wezenlijk om eerst eens er-
varing op te doen met een aantal van dat soort nieuwe vormen van groenvoor-