ziening, om te bekijken wat daarvan de konsekwenties zijn als men zoiets invoert, wat de kosten zijn die verbonden zijn aan het onderhoud daarvan, wat voor soort beplantingen men in verschillende funkties van groenvoor- ziening die mogelijk zijn moet gebruiken om het te laten aansluiten bij de funktie die men het ook wil toebedelen. Op die grond meent hij dat in de beleidsintentie volstrekt korrekt staat dat ter voorbereiding van de planmatige vernieuwing c.q. verbetering van dat groen in de gemeente eens een aantal experimenten met die verschillen- de andere vormen zullen worden gedaan. Dat heeft niets te maken met plan- matig onderhoud, want dat staat los van deze beleidsintentie. Natuurlijk is er nu al een planmatig onderhoud. Periodiek wordt er via een bepaald planningsschema onderhoud gepleegd en zelfs ook vervanging van pianten en dergelijke vindt plaats. Spreker ziet geen enkele noodzaak om een ander projekt op te voeren dan de beleidsintentie, waarvan het college zegt dat het daar thans mee bezig is. De heer Van Emmerik deelt mede dat zijn fraktie zich kan verenigen met de opvatting~3ie het college naar voren brengt. De heer Van Amerongen meent dat er eerst geëxperimenteerd moet worden en daarna hët" planmatig verbeteren en aanpassen van de plantsoenen. Wethouder Reeringh is het met de motivering van mevrouw Bierman eens. Hij gelooft dat hier geen afbreuk wordt gedaan aan de gezamenlijk gefor- muleerde beleidsintentie en dat de formulering zoals door mevrouw Bierman naar voren gebracht, in feite naast de beleidsintentie staat. In de formu- lering komt tot uitdrukking dat zij hiermee niet zo veel wil. Zij wil tij- dig kunnen konstateren waar bijvoorbeeld in de gemeente een gebied zou zijn waar opnieuw ingezaaid wordt volgens het bestaande patroon in het kader van de reeds bestaande planmatige aanpak en waar men dan bijvoorbeeld zou kunnen gaan experimenteren. Het andere aspekt is, dat staat helemaal naast het groen en spreker wijst erop dat in de beleidsintentie uitsluitend over groen wordt gesproken, dat mevrouw Bierman zegt: ik zou wel eens willen be- zien of al het groen inderdaad groen moet blijven ofwel dat er misschien naast dat groen of in dat groen ook iets anders kan worden gerealiseerd en zij heeft als voorbeeld spelelernenten genoemd. Als men dat wil dan zal men tijdig moeten weten wanneer er weer ingezaaid wordt en spreker gelooft dat dit dus eigenlijk naast de beleidsintenties staat en dat het er mee samen kan gaan. Mevrouw Bierman is grotendeels bevredigd door het antwoord van wethou- der Jager, înaar merkt nog op dat het woord "funktie" niet genoemd staat in beleidsintentie 31. Er wordt alleen gesproken van groen in de gemeente en nieuwe vormen van groenvoorziening. Als hij daar mede onder verstaat: het bezien van de funktie van het groen parallel met deze hele operatie, dan heeft zij daar vrede mee. Maar dat woord komt in de beleidsintentie niet voor en daarom had zij er behoefte aan dat hier naar voren te brengen, omdat zij dat een belangrijk element vindt. Wethouder Jager zegt dat het nadrukkelijk de bedoeling is dat onder het begrip "nieuwe vormen van groenvoorziening" gedacht wordt aan de huidige groenvoorziening en daar nieuwe vormen aan te geven, ook in de vorm van ge- bruiksgroen, speelgroen, enzovoort. Wethouder Reeringh vraagt of het dan juist is dat hij begrijpt dat het hier uitsluitend om groen gaat, zij het dan dat de vorm daarvan nader in overleg uiteraard kan worden uitgevoerd in de vorm van een experiment. Als dat namelijk juist is dan merkt hij nogmaals op dat hij mevrouw Bierman 26 april 1979 111

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 23