13 mei 1979
124
gespeeld. Het is nu voor de 2e maal dat mij het voorrecht ten deel valt
als pas benoemde voorzitter van een gemeenteraad iets te mogen zeggen in
het orgaan dat naar de letter van de gemeentewet en in de geest van deze
tijd het hoofd der gemeente is.
Een aantal jaren geleden vond in het bestuur van het Genootschap van Ne-
derlandse Burgemeesterswaar ik toen deel van uitmaakte, een disk.ussie
plaats naar aanleidir.g van de ontw.ikkeling die er toe heeft geleid dat
in de grotere gemeenten de portefeuiHeverdeling binnen het coliege van
burgemeester en wethouders anders werd verdeeld dan voorheen. Het accent
van de echte management portefeuilles kv/am langzamerhand te liggen bij
de wethouders met hun politiek anderssoortige verantv/oording ten opzichte
van de raad.
Het viel mij op die vergadering niat mee, als enig aanwezige vertegenwoor
diger der kleinere gemeenten, mijn collega's ervan te overtuigen dat een
dergelijke ontwikkeling in de kleinere schaal niet zondermeer uitvoerbaar
en dus verwachtbaar is, althans binnen het huidige systeem van de geraeent
wet. Thans krijg ik de gelegenheid ervaring op te doen in een grotere ge-
meente die deze ontwikkeling inmiddeis goeddeels heeft coorgemaakt.
Heemstede kent daarnaast nog het facet van enkele jaren ervaring te hebbe
kunnen opdoen met oeleidsplanning. Mijn vreugde, dat terzake één van de
wethouders 'in zijr. portefeuille speciaal deze beleidsplanning behartigt,
is ongeveinsdl
De heer Kamp, die lang"e tijd geleden ook burgemeester was van een Noord-
Hollandse gemeente, heeft eens de burgemeesters van grotere en kleinere
gemeenten vergeleken met de soorten meeuwen die er zijn. Een vergelijking
aie in de kuststreek toepasselijk lijkt.
Zo onderscheidt men bij de meeuwen de z.g. noordelijke meeuw, de Larus
hyperboreus en de Larus leucopterus, ofwel "de meeuw met de witte vleu-
gels". In het Hollands heten deze soorten merkwaardiger wijze de grote en
de kleine burgemeesterAls men de wetenschappelijke toelichting raad-
pleegt kan men lezen: "De grote burgemeester is slechts iets grcter dan
de kleinevooral te herkennen aan zijn grotere snaveT'.
Deze zelfde oud collega Kamp werd destijds befaarod toen hij zijn burge-
meesterservaringen neerlegde in zijn boekje: "Grote man in kleine stad".
Ik moet bekennen dat ik op dit mcment meer de neiging heb te grijpen
naar het geschrift (of was het een toneelstuk van vlak voor de oorlog?)
"Kleiner Mann was nun?".
In de psychiatrie en in het huwelijk is het "in" om driftig te doen aan
het rolienspel
Ook een burgemeester kan zich stellig Shakespeare's passage uit "As you
like it" aar.trekken: "All the world's a stage and all the men and women
merely players. They have' their exits and their entrances and one man
in his time plays many parts".
Nu kan men het moeten spelen van vele rollen, vaak ook op één dag, na-
tuurlijk afdoen met de opmerking dat deze faculteit tot het noodzakeiijke
vakmanschap van een burgemeester zou moeten horen. De problemen worden
echter groter bij het tegenstrijdiger worden van de verschiller.de rollen-
spellen.
In 1965, bij het 10-jarig bestaan var, het reeds genoemde genootschap,
sprak voorzitter Kolfschoten nog van het reiziger zijn in gemeentebelar.-
gen en het ongegeneerd gebruikt worden als rijkskruier. Sedertdien moge
het beeld van de rijkskruier, net als trouwens het kruiersberoep zelve,
wat op de achtergrond zijn geraakt. Er zijn echter genoeg tegenstrijdig-
heden overgebleven die de geloofwaardigheid van de ambtsdrager bedreigen
en de bestuurlijke schizofrenie dichterbij brengen.
Er is ook nog de moeilijkheid dat wij allen die in het cpenbaar bestuur