125
18 mei i 97 S
ons bewegen, steeds vaker tot het besef komen dat de verv/achtingspatro-
nen van groepen mensen zo sterk van elkaar afwijken en dat de waarheid
van de ëén nog niet de waarheid van de ander behoeft te zijn.
Menno ten Braak heeft in een essay met de titel "Wat is waarheid" ge-
steld, dat als iemand twee waarheden naast elkaar erkent, hij daarmee
tegelijkertijd erke-nt dat hij niet weet wat waarheid is, omdat twee
waarheden naast elkaar, elkaar doodslaan. En dan volgt het prachtige ver-
haal van de pastoor van een Spaans dorp Don Manuel, die door zijn pa-
rochianen als een heilige wordt vereerd.
In net verhaal blijkt dan, dat deze Don Manuel het or.geioof in zijn leven
heeft toegelaten. Toch gaat hij met zijn werk door, omdat hij het niet
over zijn hart kan verkrijgen zijn parochianen ongelukkig te maken. Daar-
van ishij nameiijk overtuigd, ook al kan hij zelf niet meer achter de
waarheid staan die aan zijn ambt i's gebonden.
De betrokkenheid op de ander is bij hem groter dan een mogelijk konse-
kwent of verabsoluteerd ter uitvoering brengen van eigen ideeën.
In onze tijd, waarin de maatschappelijke werkelijkheid de nensen brengt
tot een zo verschillende stellingname hitst de vrijblijvendheid van de
ëén, de geëngageerdheid van de ander wel eens op.
Het is vaak moeilijk bij een dergelijk klimaat een goede democratische
dialoog, die aan benoorlijke eisen van redelijkheid voldoet, op gang te
houden.
In een onlangs gepubliceerd betoog in het blad Maatschappijbelangen heeft
collega Reehorst gezegd dat een dialoog - met elkaar praten en naar el-
kaar luisteren - niet hetzelfde is ais het harmcniemodeiHnrmonie en
konfiikt is niet de juiste tegenstei1ingWij zijn veelal te verschiilend
voor harmonie en de maatschappelijke werkeiijkheid is er te compiex voor.
Ik ben het hiermede wei eens, maar ik zou er gaarrie aan toe wilien voegen
dat deze dialoog zijn betrokkenheid nooit mag verliezen, aitijd dientdoor
te gaan en nimmer er toe mag leiden dat de tegenstander - met welke spits-
vondige redenering dan ook - wordt buitengesloten.
Het zai u dus niet behoeven te vervwnderen dat ik van oordeei ben dat ook
een burgemeester, op gezette en zorgvuidig uitgekozen momenten best zijn
nek mag uitsteken. Het îngebouwde verlangen naar zelfbehoud heeft automa-
tisch een remmend effekt.
De commissaris der Koningin in Noord-HoIIand heeft in een vorig jaar ge-
houden inleiding van de Vereniging van Burgemeesters in Noord-Holland ge-
steld: "Voor het funktioneren van de DU'-gemeester in deze en de komende
jaren is het essentieel dat hij bc-grip rléeft voor het funktioneren van de
politieke besluitvorming en liefst ook enigszins de smaak ervoor".
Ik Zi\ mijn best doen aan deze voorwaarde te voldoen, daarbij het besef
meedragend niet van nature een politiek dier te zijn, ook al ben ik dan
met bok en al in het Haarlems Dagblad verzeild geraakt.
De openbare orde en veiligheid is in Heemstede van een andere dimensie
dan in Amerongen.
Het verkeersprobleem geeft hier daarbij een heei bijzonder accent aan
de politietaak.
De Nederlandse politiaman staat in deze tijd van maatschappelijke ver-
andering, verschuivende normen en steeds verfijnder en gevaarlijker
vormen va.n geweldpleging, voor zulke problemen, dat een zo groot moge-
lijke steun vanuit de maatschappij wenselijk zou zijn.
Voor oe politieman is erg belangrijk aat hij weet waar hij aan toe isen
dat hij ook kan vertrouwen op de leiding die hem wordt gegeven door de
korpschef en door het hoofd van de plaatselijke politie.
Voor de burgemeester is, lijkt mij, noodzakelijk zo goed mogelijk op de
hocgte te zijn van hetgeen in zijn gemeente terzake îeeft.