I "AV 179 31 mei 1979 XIX. Voortgezette behandelir.g bijsteHing beleidsplan 1979. De voorzitter stelt aan de orde de memorie van antwoord van burge- meester en wethouders. Punt 2. De heer Van Amerongen zou het op prijs stellen als bij de behande- ling van de begroting 1980 het coliege zal aangeven waar de kneipunten liggen inzake de personeelsbezetting der secretarie. Hij neemt aan dat er voorsteHen verwacht kunnen worden tot personeelsuitbreiding. Wethouder Baar antwoordt dat inderdaad bij de behandeling van de be- groting 1980 voorstellen in die zin verwacht kunnen worden. Het lijkt hem niet ondenkbaar dat de personele kapaciteit al eerder aan de orde zou moeten komen. Wethouder Reeringh zou zich kunnen voorstellen dat deze zaak ook aan de orde komt in de werkgroep die geformeerd is op grond van de perso- neelsnota. Punt 3. De heer Borghouts wijst erop dat het voorStel dat het college aan de besturen heeft voorgelegd, de instemming verworven had van de drie raadsfraktiesHij neemt daarom aan dat, nu een kennelijk bezwaar is ge- rezen van de zijde van de twee schoolbesturen, in de onderwijscommissie van juni de stand van zaken zai worden besproken. Wethouder Reeringh merkt op dat wethouder Willemse en spreker een ge- sprek hebben gehad met de bijzondere besturen. Zij hebben daar de argu- menten aangehoord en hebben daar de argumenten van het coliege tegenover gesteld. In de eerstvolgende commissievergadering voor onderwijs zal deze zaak uitvoerig ter behandeling komen, waarna, althans op grond van het voorstel van het college, de zaak teruggaat naar de frakties. Punt 5. De fraktie van de heer Arnoldy spreekt de behoefte, door de C.D.A.- fraktie uitgesproken met betrekking tot het vinden van een zo goed moge- lijk funktionerende discipline in het hanteren van spreektijden in deraad, in principe aan. Aan de andere kant lijkt het haar uit een oogpunt van politieke verantwooraelijkheid van leden van de raad, in de praktijk moeilijk om in zaken die men vanuit politieke overtuiging wil overbrengen in de stukken, beperkingen in de spreektijd te gaan doorvoeren. De één heeft voor een onderwerp veel meer woorden nodig dan een ander, maar dat is nu eenmaal het recht van de gekozene. Hij gelooft niet dat aan de be- doelingen van het C.D.A. ten grondslag heeft gelegen om iemand in zijn mogelijkheid tot het overbrengen van zijn overtuiging op enigerlei wijze in de weg te staan. De heer Van Emmerik zegt dat het uiteraard niet de bedoeling is wie dan ook en zeker geen raadslid, te beknotten. Het gaat hier echter om afspraken die men in goede verstandhouding kan maken. Spreker vindt dat het coilege wat jongleert met het woord "systeem". Zijn fraktie stelt namelijk als systeem voor om van geval tot geval dat daarvoor in aanmerking komt, afspraken te maken in de commissie voor al- gemene bestuurszaken De heer Van Amerongen gaat met het maken van afspraken akkoord, maar gaat met een spreektijdsysteem niet akkoord.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 12