De heer Huijbregts zegt dat de comniissie wijkverbetering inmiddels bijeen is geweest. De commissieleden hadden nogal wat moeite met de gro- te hoeveelheid stukken. Zijn fraktie vraagt zich af of die stukken niet af en toe wat eerder informatief besproken hadden kunnen worden, want de commissie is toch juist ook ais begeleidingscommissie van speciaal de Indische wijk in het leven geroepen. Spreker heeft begrepen van de voor- zitter van de commissie dat hij ook inderdaad de bedoeling heeft de com- missie regelmatiger bijeen te laten komen. Hij meent dat dit ook zeer noodzakelijk is omdat hem duidelijk is geworden dat deze wijkverbetering eigenlijk een ander kader heeft dan men wel eens denkt, omdat in de In- dische wijk meer dan de helft van de woningen in partikuliere handen is, met andere woorden, wijkverbetering zal daar vooral betreffen het initie- ren van de bewoners om hun woning te gaan opknappen en kijken of men ze daar op de éën of andere manier bij kan helpen. Een tweede kategorie wordt gevormd door de grote groep van partikuiiere verhuurders, die men op de één of andere manier moet gaan stimuleren. Hij denkt dat die twee problemen de wezenlijke onderdelen van die wijk- verbetering zullen biijken te zijn. Wethouder Willemse is het in grote lijnen met de heer Huijbregts eer.s. Spreker heeft in de commissievergadering de veeiheid van redenen uiteen gezet die er aanleiding toe zijn geweest dat de commissie inderdaad wat laat bijeen is geweest. Het is inderdaad goed om frekwenter bij elkaar te komen, zodat ook deelproblemen, die zich daar dan gaan voordoen, af- zonderlijk kunnen worden behandeld, hetgeen de werkwijze zal bevorderen. Punt 8. De fraktie van de heer Van Emmerik is blij met het onderschrijven van haar intentie wat betreft matiging bij de omvar.g van de jaarlijkse bij- stellingsoperatie. Het college meent dat een matiging slechts tot stand kan komen als de frakties zich de nodige zelfbeperking willen opleggen. Spreker accepteert dat zonder meer, maar meent dat hier toch ook een more le plicht van het gehele college ligt. Punt 10. De heer Arnoldy gelooft dat als men als vaste routine neemt om zich be- wust te zijn van de inhoudelijke waarde van de vragen, die hier door zijn fraktie zijn aanbevolen, op den duur een beperking in het geven van op- drachten ontstaat, ten gevolge van een selektievere opstelling van de eventuele vragensteller. Punt 11. De heer Van Amerongen wil aannemen dat het voorstel om de toerekenings percentages met betrekking tot de doorberekening van de kosten van alge- meen beheer naar het gemeentelijk technisch bedrijf en sportsticnting, rnogelijk nauwelijks of niet zal leiden tot extra tariefsverhogingen, maar zijn fraktie wil met haar uiteindelijk oordeel over deze zaak wachte totdat de cijfers op tafel liggen. De heer Arnoldy heeft met genoegen waargenomen dat in de tekst van het antwoord van het college een aankondiging is ingebouwd dat deze mutatie niet direkt aanleiding hoeft te zijn tot enige tariefsverhoging. Wethouder Baar merkt op dat als de heer Van Amerongen bedoelt dat hij thans akkoord gaat met dit verhoogde bedrag voor de kosten van het alge- meen beheer en zich de vrijheid voorbehoudt om bij de behandeling van de 31 mei 1979 180 Punt 6.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 13