181
31 mei 1979
begroting - met name van tariefvoorstellen - één en ander nog eens op
zijn merites te bekijken, hij dat een juist uitgangspunt vindt.
Punt 12.
Mevrouw Snoep ging het er bij deze vraag om, de konkurrentie van
deze beide ruimten uit te sluiten. Men moet daarbij natuurlijk in de
gaten houden dat het hier om verschillende faciliteiten gaat. Daarom
vindt zij de formulering in de vraag, namelijk "in redelijke relatie
tot de gang van zaken in Het Oude Slot" beter geformuleerd dan "dezelf-
de gedragslijn" in het antwoord van het college.
Wethouder Jager vindt dat er niet zoveel verschil zit tussen "rede-
lijke relatie""--2n "dezelfde gedragslijn"De bedoeling is alleen te zeg-
gen dat er geen sprake meer zal kunnen zijn van tegengestelde aktivitei-
ten of gelijktijdige aktiviteiten van dezelfde aard in de expositieruim-
ten. In de tweede plaats zal inzake het vraagstuk van al dan niet in re-
kening brengen van bepaalde kosten ten aanzien van de expositie, dezelf-
de gedragslijn gevolgd worden als in Het Oude Slot, zodat niet de situ-
atie ontstaat dat op een gegeven moment iemand in Het Oude Slot niet tot
een expositie kwam omdat daar een bepaald percentage gevraagd werd van
te verkopen werken, terwijl dan vervolgens in de expositieruimte in het
raadhuis zonder een dergelijke regeling geëxposeerd kon worden.
Mevrouw Snoep zag graag dat de tarievenkwestie in de commissie wel-
zijn of in de commissie financiën behandeld werd. Zij betwijfelt name-
lijk of een vaste regel kan worden toegepast, gezien de toch wel enigs-
zins andere ruimte.
Wethouder Jag_er heeft er geen bezwaar tegen dat aspekt nog eens in
de commissie welzijn te bespreken en de uitkomsten daarvan, als die lei-
den tot een andere financiële regeling, in de commissie financiën aan de
orde te stellen.
Punt 13.
De heer Arnoldy deelt mede dat zijn fraktie deze exklusieve service
aan mannen enigszins uit de tijd vindt. Bovendien meent zij dat in nieuw-
bouwontwikkelingen in nieuwe steden nauwelijks aan deze faciliteit aan-
dacht wordt gegeven. Overigens staat haar het geven van een opdracht aan
iemand die dat onderzoek moet gaan uitvoeren, wat tegen. Nog erger wordt
het als men zich afvraagt wie de behoeftepeiling bij het vrouwelijk deel
van onze samenleving moet onderzoeken en hoe zich dat dan zal gaan ont-
wikkelen. Dat alles is voor zijn fraktie aanleiding om te zeggen: onder-
zoek niets meer en hef de urinoirs op.
De heer Weeteling merkt op dat dit een heroverwegingsprojekt is, dat
opgevoerd is op de projektenlijst en ergens onderaan staat. Hij vermoedt
dat dit projekt het niet zal halen. Dat zou dan eventueel leiden tot het
besluit om zich van die urinoirs te ontdoen, maar dan ontstaat er een wat
moeilijk beeld, want het college zegt in zijn antwoord dathet de verwijde-
ring van het onderhavige zonder onderzoek naar de behoefte niet juist
acht. Als men iets gaat heroverwegen dan moet men natuurlijk niet eerst
besluiten om het af te voeren, want dan is er niets meer te onderzoeken
of te overwegen en dat is eigenlijk in het algemeen het probleem dat
zijn fraktie met dit soort zaken signaleert. Spreker vraagt dan ook hoe
het nu verder moet met het onderzoek dat inmiddels is toegezegd.
Wethouder Baar merkt op dat de raad bij de lijst van or.derzoeken zijn
