bied-bestemmingsplan. In november 1977 is de gedeeltelijke goedkeuring
van gedeputeerde staten op dat besteramingsplan gekomen. De uitspraakdie
spreker heeft aangehaald is van mei 1978. Hij vraagt hoe dan in het ant-
woord kan staan: de laatste jaren. Er zit een half jaar tussen. Of moet
hij aannemen dat toen het bestemmingsplan nog bij provinciale staten was,
er al kontakten zijn geweest terwijl het nog in "Natuurgebieden" zat?
De zaak raet de metaalgieterijen ligt misschien iets genuanceerder. Hij be-
grijpt dat het college al drie, vier jaar bezig is geweest met een plan-
nenraaker voordat het in de commissie kwam, want wat in de raadscommissie
is behandeld is gedateerd juli 1977. Dat is ook geen jaar voor de uit-
spraak van de wethouder in de door spreker genoemde raadsvergadering.
Dat is dus ook geen beleid van de laatste jaren, want als dat zo zou
zijn dan had destijds in de vergadering van de commissie volkshuisvesting
c.a. dat standpunt al door het college verwoord moeten worden. Dat is
niet gebeurd, er is gewezen op toezeggingen van het college tegen de
raadscommissie, er is niets over een ander beleid in deze gezegd en later
is weer verwezen naar de nening van de meerderheid van de raadscoramissie
om weer op toezeggingen terug te kunnen vallen. Dat is een cirkel die
spreker niet tot vreugde stemt.
De wethouder heeft nog gesproken over het afspringen van onderhandelingen
omdat de gemeente het gebied van de metaalgieterijen niet zou kunnen ver-
werven, omdat de vraagprijs zo hoog is dat dit niet zou worden goedge-
keurd door gedeputeerde staten. Om daar dan de konklusie uit te trekken
dat het dus verkocht moet worden aan partikulieren, acht spreker een stap
te ver.
Voorts vraagt spreker of er daar dan überhaupt vrije sektorwoningen moe-
ten komen, of daar überhaupt op korte termijn gebouwd moet worden, want
hij wijst erop dat de bestemming bos en weiland is en de prijs die van
de gemeente wordt gevraagd is natuurlijk gebaseerd op de medewerking
van het college en van de meerderheid van de raad die daaraan bouwgrond-
bestemming wil geven. Dan kan men een leuke prijs vragen maar niet voor
bos en weiland. Daarom heeft zijn fraktie er geen enkele moeite mee het
bestemmingsplan niet te wijzigen.
Inzake het terrein ten zuiden van de Prinsenlaan begrijpt spreker vande
wethouder dat hij een duidelijk unaniem advies van de commissie ruimte-
lijke ordening c.a. en daarop volgend een toezegging van de voorzitter
van die commissie, om de bouwondernemer weer te gaan polsen of er geen
premie-koopwoningen, gesubsidieerde bouw, kan worden gerealiseerd, thans
in deze vergadering terzijde schuift. Als men de notulen naleest van die
vergadering dan ziet men dat alle frakties hebben ingestemd met het pol-
sen van de bouwondernemer of toch niet preraie-koopwonihgen kunnen worden
gerealiseerd. In deze vergadering wordt die toezegging dus van tafel ge-
veegd
De heer Van Vlijrnen zegt dat men natuurlijk allemaal voor sociale
woningbouw is. Dat is ook door alle frakties in ruime mate herhaaldelijk
uitgesproken, hoewel de percentages dan raisschien niet allemaal gelijk
liggen. Maar zijn fraktie is wel van mening dat het vöôr sociale woning-
bouw zijn niet moet ontaarden in een anti-vrije sektorbeleid. Deze twee
plannen zijn nu al zover en iedereen weet - in ieder geval wat Glip I
betreft - dat bepaalde zaken alleen naar te realiseren zijn als er een
bepaalde mate van vrije sektorwoningen bij toegelaten worden. Hij wijst
erop dat in deze vergadering is gesproken over procedures en over het
niet telkens ophouden van aie procedures en telkens terugkomen op genomen
besluiten of toezeggingen en dan moet spreker toch konstateren dat de
heer Borghouts daar enigermate zelf mee bezig is. Toen Churchill in het
189
31 rnei 1979