5e afd.
Heemstede, 19 juni 1979.
Aan de raad,
Bij raadsbesluit d.d.14 december 1978, nr.149, is de procedure vastge-
steld volgens welke plannen en programma's, als bedoeld în de rijksbij-
drageregelingen sociaal-culturele activiteiten, gecoördineerd bejaarden-
werk en kinderdagverblijven tot stand moeten worden gebracht.
Krachtens dat procedurebesluit gelden de volgende streefdata:
- vöôr 1 april 1979 afronding concept-inventarisatienota; de nota wordt
na ter visie legging door de commissie vastgesteld en vervolgens ter
kennis gebracht van ons college;
- voör 15 mei 1979 doen van aanbevelingen voor het beleid;
- vöôr 15 september 1979 aanbieding aan gemeenteraad van concept-plan
(nen)verslag resultaten van de inspraak en de ingediende bezwaar-
schriften, alsmede eventuele wijzigingen naar aanleiding daarvan;
- vöör 1 januari 1980 vaststelling concept-programma's.
De comrnissie planvoorbereiding specifiek welzijn gaat in haar bneî aan
ons college d.d.2aprii 1979, nr.297, in-op de procedure van planvoorberei-
ding. Zij laat weten, dat de data genoernd in het procedure-beslunt met
zullen worden gehaald. Zij verwacht, dat kort na 21 mei 1979 twee noca's
"eerste aanzet inventarisatie" kunnen worden overgeiegd. Znj acht het
niet mogelijk om in dit stadium aanbevelingen voor het beleid te doen
met duidelijke inhoudelijke betekenis. Wel zai zij de nota's vergezeld
doen gaan van haar eerste globaie konstateringen.(de nota's en de glo-
bale konstateringen hebben wij inrniddeis ontvangen).
De commissie geeft voorts haar mening over het verdere verloop van de
procedure (pagina 2 van de brief, punten 1 t/m 8). Zij geeft daarmee ook
aan, dat de inventarisatie eerst zal zijn afgerond wanneer de werkzaamhe-
den, genoemd onder punt 1 t/m 5 (rubricering, nadere financiële gegevens,
beschrijving sociale situatie, etc.) zijn verricht.
Ook wordt de verwachting uitgesproken dat de andere streefdata van het
procedure-besluit niet zullen worden gehaaid. De afronding van de totale
planningsprocedure zou eerst in het voorjaar van 1980 kunnen plaatsvin-
den. De brief besluit met het verzoek aan ons college om:
