234
28 juni 1979
De verwachte winst van 30% ten gevolge van een aantal der genoemde be-
sparingsmaatregelen, spreekt haar zeer aan.
Het voert 'spreker te ver om dieper in te gaan op aile behartenswaardige
zaken die in de nota energiebesparing zijn genoemd. In hoofdzaak kan
zijn fraktie zich daarmee verenigen, zo ook met de inhoud van de aan-
biedingsbrief van het college.
Een enkele passage daarin wil zijn fraktie onder de aandacht brengen.
Natuurlijk deelt zij de mening dat de gemeente zich niet op het terrein
van banken en financieringsinstellingen moet begeven bij de financiering
van de noodzakelijke voorzieningen in partikulier bezit.
Zij meent wel dat de gemeente daarbij een begeleidende taak zou kunnen
vervullen, bijvoorbeeld bij het onderzoek naar de mogelijkheden van
financieringin die gevallen waarbij een huurder geen meerdere zeker-
heid voor een lening kan geven, of dat de kosten over een, in verhouding,
te lange periode zouden worden terugbetaald door de bereikte besparing in
de energienota's. Een gesprek met banken en/of financieringsinstellingen
met het doel hiervoor specifieke voorwaarden overeen te komen, komt
haar zinvol voor. Wellicht kan dit het enige vraagtekentje wegnemen dat
op het overzichtelijke schema in de nota op blz. 15 voorkor.it.
Bij de voorgestelde proef tot uitschakeling van lampen om 23.00 uur
vraagt zij zich af weike normen het college denkt toe te passen bij het
vaststellen van de mate waarin de proef als geslaagd mag worden beschouwd.
Overigens stemt sprekers fraktie in met de aard en de strekking van de
nota energiebesparing, alsmede met de beleidsaanbevelingen, zoals beschre-
ven in de aanbiedingsbriefbehorende bij de nota energiebesparing.
De voorzitter schorst de vergadering te 21.04 uur en heropent deze
te 2x30 uur.
De heer Van Viijmen is tijdens de schorsing ter verg3dering verschenen.
Wethouder Baar brengt naar voren dat het college blij is met de waar-
dering die van de zijde van de raad is uitgesproken met betrekking tot
de energiebesparingsnota. Hij zal die dank ook gaarne aan de betrokken
samenstel1ers overbrengen.
Spreker acht het duidelijk dat het energievraagstuk niet meer een zaak is
van de toekomst maar een zaak van hier en nu. Duidelijk is ook dat aan
de oplossing daarvan door de overheid een belangrijke steen kan en moet
worden bijgedragen. En de gemeentelijke overheia mag zich aan die bijdra-
geniet onttrekken, temeer niet omdat er op gemeentelijk niveau duide-
1ijk mogelijkheden zijn. Die mogelijkheden hebben betrekking op de be-
perking van het eigen energieverbruik; isolerende maatregelen gemeente-
gebouwen, inklusief zwembad, openbare verlichting, terwijl er ook mogelijk-
heden zijn in het kader van de ruimteiijke ordening, er is in dit ver-
band al gesproken over zonnepanelen en warmtepompen. Mogelijkheden zijn
er waarschijnlijk ook in het kader van het verkeersbeleid. De heer Arnoldy
heeft in dit verband opgemerkt dat ais er nu werkelijk eens sprake is van
groen licht, dat dan ongetwijfeld energiebesparend zal werken. Spreker
weet het niet, maar hij denkt dat dan het verkeer in de zijstraten komt
sti.i te staan. In ieder geval is in het kader van het verkeersbeleid
wel het één en^ander mogelijk, terugdringing van woon- en werkverkeer
bijvoorbee1dSpreker denkt ook aan isolatiemaatregelen eiaen woningen,
met name aan die woningen waar de gemeente rechtstreeks grip op heeft,
maar ook aan voorschriften bij de bouv; van nieuwe woningen.
Tenslotte kan uiteraard van de zijde van de gemeente een aktieve voor-
lichting aan de burgers worden gegeven.