28 juni 1979
235
Ook het college meent dat de gemeente het goede voorbeeld noet geven.
Hij acht dat buitengewoon belangrijk. De voorbeeldfunktie van de ge-
meente is en staat centraal in deze zaak. Hij gelooft ook dat de ge-
meente er niet voor zal moeten terugdeinzen eventueel het mes in eigen
vlees te zetten. De winst van de nutsbedrijven bijvoorbeeld mag geen
obstakel zijn voor de energiebesparing.
Inzake de vraag of het zwembad 's nachts niet kan worden afgedekt, deelt
spreker mede dat dit aspekt in het bestuur van de sportstichting uitvoe-
rig onder ogen is gezien, waarbij een voorlopige konklusie is getrokken.
Er is een prijsopgave gevraagd naar de kosten van afdekking, in casu fo-
lie samen met het daarbij noodzakelijke oprolwerk, dat f 30.000,-- zou
moeten kosten, respektievelijk f 12.000,-- plus f 13.000,--. Deze inves-
tering zou leiden tot een besparing van energiekosten met 25%. Er reke-
ning mee houdend dat volgsns de leverancier die folie in drie jaar zou
moeten worden afgeschreven, zou het erop neerkomen dat de meerkosten
f 3.000,per jaar zouden zijn. Zoals al gezegd moet de gemeente er niet
voor terugdeinzen het mes in eigen vlees te zetten; wat dat betreft zou
men misschien kunnen zeggen dat het de moeite waard is. Spreker wijst er
in dit verband op dat er thans ook wordt uitgezien naar eventuele andere
mogelijkheden met betrekking tot het zwembad. Het is echter niet zeker
op welke termijn deze gerealiseerd zouden kunnen worden. Het coHege is
van mening dat er toch aanleiding is om ook gegeven dit laatste aspekt,
vooralsnog een afwachtende houding aan te nemen.
Inderdaad zal de voorlichter een belangrijke rol in dit geheel kunnen
spelen, maar zijn rol zal naar de mening van het college vooral liggen
in de aanzetfase. De voorlichter zal ad hoc bij het werk van de in te
stellen werkgroep worden betrokken en zeker als het in die werkgrcep zal
gaan om de opstelling van een aktief voorlichtingsprogramma.
Op dat punt zal van hem zeker een belangrijke bijdrage worden verwacht.
In de effektueringsfase zal de voorlichter wat verder terugtreden.
Dat is thans de voorlopige taxatie.
De heer Arnoldy heeft met betrekking tot hoofdstuk 2.2 opgemerkt dathet
goed zou zijn geweest als daar ook een inzicht zou zijn gegeven in het
werkelijke energieverbruik per sektor. Spreker is dat raet hem eens.
Misschien kan nog geprobeerd worden daar het nodige inzicnt in te ver-
schaffen. Hij wijst er wel op dat de percentages die hier zijn genoemd,
betrekking hebben op het totale energieverbruik.
Het college is van mening dat een gesprek met banken over financierings-
faciliteiten op zich een goede en zinvolle zaak zou kunnen zijn. Zij weet
echter dat in bepaalde andere gemeenten dit ook al eens is geprobeerd en
helaas met niet al te groot succes.
Dat is wel begrijpelijk omdat een bank waarschijnlijk altijd zal proberen
het laatste gaatje ook opgevuld te krijgen en misschien in dat verband
aan de gemeente zal gaan vragen of zij bereid is om ook van haar kant fi-
nancieel bij te dragen. Dat zijn wat moeilijke zaken. Een ander aspekt is
dat een plaatselijke bank meestal is onderworpen aan landelijke beleids-
lijnen. Het college is dan ook van oordeel dat het thans het meest ver-
standig zou zijn om onzerzijds eens een schrijven te richten aan de V.N.G
met de vraag of zij bereid is deze zaak onder ogen te zien en eventueel
op dit punt stappen te ondernemen.
De heer Borghouts heeft centraal gesteld de rol die de gemeente zou moe-
ten spelen. Hij heeft eigenlijk gezegd dat wat het college wil hem te pas
sief is en dat er eigenlijk van nu af aan de grootst mogelijke aktiviteit
naar de burger toe aan de dag moet worden gelegd, hetgeen gestalte zou
kunnen krijgen door de aanstelling van een medewerker, met een volledige
dagtaak. AIs men het voorstel van het college goed leest, dan zal men be-