28 j u n i 197 9
245
De voorzitter antwoordt dat de verontrusting die uit de woorden van-
uit de drie frakties tot uitdrukking is gebracht over de gang van zaken
rondorn het streekplan in de staten en het resultaat daarvan, ook geheerst
heeft in het college. Het heeft terzake van dit punt overleg gehad met
het dageli jks bestuur van het gewest. Dat overleg heeft ongeveer een week
geleden plaatsgevonden en het college heeft zijn verontrusting over de
situatie in Heemstede die het verkeer straks moet gaan opvangen zonder
dat er ook maar één uitweg gegeven wordt op welke wijze dat dan zou moe-
ten, danwel dat alleen het bestaande wegenstelsei dat ook nog eens noet
opvangen, in dat overleg een centrale plaats gegeven.
De raad weet dat het college zich had vastgelegd op de overdracht van de-
ze problematiek aan het gewest. Het gewest heeft voor Heemstede de zaken
behandeld ten aanzien van de regionale verkeerssituatie in het kader van
het streekplan en het coliege was verheugd uit het overleg te nerken dat
de verontrusting die in Heenstede heerst voiledig werd gedeeld door het
dagelijks bestuur van het gewest. Er is afgesproken dat vanuit het gewest
de zaak opnieuw zal worden aangekaart in het kader van de knelpuntencom-
missie, waarbij echter tegelijkertijd de aantekening moet worden gepiaatst,
dat het gemeentebestuur van Heemstede zich heeft voorbehouden op eigen
merites stappen te ondernemen mocht deze gewestelijke initiatieven niet
tot de gewenste resultaten voor onze gemeente ieiden.
Het college heeft als gevolg van dit toch wel vruchtbare overleg net het
gewest toch gemeend dat er reden is de vierde alinea van de motie, zoals
die is ingediend, op een enkel punt te wijzigen, in dier voege, dat deze
aiinea komt te luiden: "Dat afgezien van de, mede uit de studie van de
z.g. "Knelpuntencommissie" nog te blijken gewenstheid van deze weg, uit
het vervallen van de reservering in samenhang met het niet opnemen van de
verlengde A 21, blijkt dat met het belang van de regio Zuid-Kennemeriand
en in het bijzonder van Heemstede bij het realiseren van de nodige rond-
wegen ter verlichting van de interne verkeersproblematiek, geen enkele
rekening is gehouden".
De heer Arnoldy konstateert dat het college er de belangen van Zuid-
Kennemerland bij betrekt. De opstellers van de motie hebben gemeend de
Zuid-Kennemerproblematiek in zijn totaliteit niet centraal te moeten
stellen, maar uitsluitend te denken aan Heemstede. Principiële bezwaren
tegen die toevoeging zoals het college voorstelt heeft hij niet. Hij te-
kent nog aan dat het zijn fraktie verheugd dat het college besloten heeft
naast de ongetwijfeld krachtdadige aktiviteiten die van het gewestbestuur
zullen uitgaan, in noodgeval ook haar eigen stem te iaten horen in de ka-
nalen die hiervoor zullen gelden.
De heer Borghouts heeft met genoegen kennisgenomen van de reaktie van
de voorzitter, met name waar hij stelde: eerst in gewestelijk verband en
in noodgevallen het Heemsteedse initiatief. Wat betreft de wijziging van
het college op de motie deelt spreker mede dat zijn fraktie daar volledig
achter staat.
De heer Van Vlijmen sluit zich graag aan bij de waardering die is uit-
gesproken over de aktfviteiten die het coHege in deze heeft ontplooid.
Met de door het college voorgestelde wijziging van de motie kan zijn frak-
tie instemmen. Het lijkt spreker inderdaad een verbetering, want waar zijn
fraktie voornamelijk voor op wil korten is, dat het interne verkeer in
Heemstede ontlast wordt, maar het is niet los van elkaar te denken.