251
30 augustus 1979
in hun brief van 31 juli j.l. medegedeeld dat zij niet op korte termijn
in staat zijn de toezegging te doen het pand onmiddellijk te verlaten,
omdat er nog te veel onduidelijkheid bestaat over de te verwachten konse-
kwenties van een dergelijke beslissing.
Burgemeester en wethouders hebben zich daarom genoodzaakt gezien te be-
sluiten tot het voeren van een kort geding' tot ontruiming. Aan de heer
mr. H.J. Pot te Haarlem is verzocht dit geding aanhangig te maken.
De_heer Borghouts wil, om de zaak waar het vanavond om gaat goed te
begrijpen, opmerken dat de alternatieven die thans tegenover elkaar staan
wel anders zijn dan in februari 1977, toen de raad het besluit heeft ge-
nomen om het pand "De Dorstige Kuil" over te nemen.
In februari 1977 ging het kortgezegd oni het "platgooien" van "De Dorstige
Kuil of het behouden ervan. Nu gaat het om het behoud van het gebouw met
interne verdeling zoals het er nu uitziet of het behoud van het gebouw met
een geheel nieuw interieur. Dat is een ancfere vraagstelling. Sprekers frak-
tie is nog steeds blij dat "De Dorstige Kuil" indertijd behouden is geble-
ven, maar juist omdat dat toen gebeurde, is er nu een diskussie mogelijk
of ook het interieur in de huidige staat behouden kan blijven of niet.
Zijn fraktie zou graag op die vraag bevestigend willen antwoorden. Het in-
terieur van "De Dorstige Kuil" verdient het naar haar mening bewaard te
blijven. In februari 1977 heeft de toennalige woordvoerder van zijn frak-
tie dat ook gezegd. Zij erkent wel dat beantwoording van de vraag of hét
behouden kan blijven, niet in de eerste piaats aan het gemeentebestuur is.
Die vraag zal in de eerste plaats moeten worden beantwoord door de Vereni-
ging van Christelijk Onderwijs. Het gemeentebestuur heeft zich verbonden
tegenover die vereniging en het is nu eenmaal een oude regel dat overeen-
komsten, zij het wel in redelijkheidmoeten worden nagekomen. De Vereni-
ging van Christelijk Onderwijs heeft dan ook de mogelijkheid de gemeente
van haar verplichtingen in deze te ontslaan. Indien die vereniging alter-
natieven aanwezig acht, is er voor het behoud van het interieur dus nog
hoop. üit de stukken heeft spreker begrepen dat een afvaardiging van het
college nog eens kontakt heeft gezocht met vertegenwoordigers van het be-
stuur van die Vereniging om te bezien of er alternatieven mogelijk zijn.
Het antwoord luidde kennelijk ontkennend, hetgeen hij betreurt, want dat
is eigenlijk niet de richting waarin zijn fraktie denkt. Niettemin stelt
zij het initiatief van het college om rnet de Vereniging te praten op prijs.
Nu dat de uitkomst van het gesprek is geweest is zijn fraktie het met het
college eens dat onder de huidige omstandigheden zo snel mogelijk moet
worden overgegaan tot restauratie overeenkomstig gemaakte afspraken.
Spreker wil daarbij uitspreken dat de huidige bewoners naar zijn meningde
waardering toekont van het zorgdragen de laatste jaren dat het"pand niet
door anderen verder wordt beschadigd. Die funktie héeft hun gebruik - of
dat dan al dan niet met toestemming was doet er niet toe - toch gehad en
wel eens te gemakkelijk wordt die funktie vergeten; een vergelijking met
krakers ligt hier natuurlijk voor de hand. De huidige bev/oners en gebrui-
kers is het pand ter harte gegaan. Zij hebben gevochten voor het integraal
behoud van het pand waarvan de stukken getuigen. Dat hun pogingen nu op
niets zullen uitlopen doet niets af aan hun waardevolle zelfgekozen funk-
tie.
De heer Van Emmerik merkt op dat enkele jaren geleden er een grote kans
was dat "De Dorstige Kuil" met de grond gelijk gemaakt zou worden. Zijn
fraktie is uiteraard blij dat het pand behouden blijft, zeker wat de bui-
tenkant betreft, die weer rnin of meer in oude glorie hersteld zal worden.
Mêt de heer Borghouts hecht hij ook aandacht aan het interieur, maar het