4e afd. 27 september 1979 s9 Zoals hiervoor vermeld, is de beëir.digir.g van het bewuste bedrijf de aanleiding geweest tot wijziging van de aanvankelijk în het ontwerp-plan opgenomen bestemming. rliermee werd ingespeeld op de reële situatie daL voortzetting van het bedrijf in dezelfde branche niet in de lijn der ver- wachtingen ligt. Het bedrijf, bestaande uit 1 HA beteeloare grond en ca. 1,25 HA gebouwen en erf, is daarvoor te kleinschalig en verouderd van op- zet. Ook een gebruik van de huidige bebouwing voor stille opslag üjkt econotnisch gezien niet haaibaar. In verband met de kwetsbaarheid van het gebied (waarvan de bescherming inderdaad één van de achtergronden van net bestemmingsplan is) achtte uw raad het ongewenst dat elk willekeurig te- drijf zich ter plaatse zou kunnen vestigen en werd niet de besteming han- del en nijverheid, maar een subbestemming ambachtelijke bedrijven opgelegd. Ingevolge het bepaalde in artikel 9 zijn deze gronden', op de plankaart van een nadere aanduiding voorzien, bestemd voor bedrijfsgebouwen ten dienste van een groothandelsbedrijfEen bestemming welke in feite gelijk- soortig is aan het gebruik, zoals dat de laatste jaren van de bedrijfsge- bouwen werd gemaakt: opslag, verwerking en export van artike^en. De maximaal toelaatbare hoogte is op de plankaart vastgelegd op 7.00 m (bij de bestemming agrarische doeleinden was met vrijstelling een hoogte van 9.00 m mogelijk, terwijl de huidige bebouwing op het hoogste punt 8.65 m is). De zorg voor het landschappelijk aanzicht van het gebiedblijkt voorts uit de voorgeschreven strook "Tuin" aan de west- en zuidzijde van het bedrijfsterrein en uit het feit dat op het meest westelijke terreinge- deelte geen bebouwing is toegestaan. Voor de gronden, waarvoor bebouwing met bedrijfsgebouwen ten dienste van een groothandelsbedrijf is toegestaan, bedraagt de maximaal toelaatbaar te bebouwen oppervlakte 75% 0p grond van vorenstaande bepalingen en beperkingen zal bij de realisering van de bouwmogel i jkheden -een goede aansluiting aan het landschap zeer wel mogelijk zijn. Dit zal naar onze mening althans zeker geen verdergaande aantasting van het landschap opleveren. De bij de vaststelling van het be- stemmingsplan opgenomen wijziging van de bestemming van het naastliggende terrein in volkstuinen zal naar het oordeel van gedeputeerde staten het karakter van het betreffende gebied in ernstige mate aantasten en betekent dat voorts ook hier sprake zal zijn van een doorkruising van het streek- plan alsook van de aan het plan ten grondslag liggende uitgangspunten. Bij nadere overweging kunnen wij ons alsnog in dit standpunt vinden enzien wij geen aanleiding tegen dit deel van het besluit van gedeputeerde staten^ beroep in te stellen; een lid van ons college meent dat tegen dit onderdeei

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 21