25 oktober 1979
110
De in deze verordening genoemde leges worden, voorzover daarin nietreeds
op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, niet geheven voor:
a. het afgeven van bewijzen van onvermogen;
b. het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijf-
renten, wachtgelden, loon, bezoldiging of riddersoldij;
c. de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften
daarvan houdende aanstel1ing, benoeming, bevordering, ontslag, toeken-
ning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan,
betreffende enige gemeentelijke funktie of dienstverrichting jegens
de gemeente;
d. de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften
daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeen-
tekas;
e. de vergunningen, bedoeld in rubriek I. F van de tarieventabeldie na
te voren^reeds verleend, doch ingetrokken of vervallen te zijn, ander-
maal verleend worden en de vergunningen, bedoeld in die rubrieken,
welke dienen ter vervanging van dezelfde doch voor bepaalde proeftijd
verleende vergunningenéën en ander indien geen uitbreiding of veran-
dering van de oorspronkelijke aanvrage heeft plaats gehad en evenmin
terugbetaling ter zake op grond van artikel 10 is geschied, doch de
begroting van kosten, als bedoeld onder I. F, sub 1 van de tarieven-
tabelwegens stijging der bouwkosten is verhoogd, in welk geval de
leges naar de nieuwe kostenbegroting worden berekend onder varrekening
van de reeds betaalde leges;
f. nasporingen in de bij het gemeente-archief berustende stukken welke
uitsiuitend strekken ten benoeve van een wetenschappeiijk doel
Artikei 7.
Indien de heffing van ieges geschiedt bij wijze van abonnementen, bedoeld
in de__rubrieken II. C, D en J van de tarieventabelwordt bij tussentijd-
se beëindiging vaneen abonnement, indien deze plaats vindt voordat een
haltjaar van de geldigheidsduur daarvan is verstreken en het abonnement,
ten hoogste voor de heift van het aantai iniichtingen, casu quo exempla-
ren van bescheiden, waarop het recht geeft, is verbruikt, op'schriftelijk
verzoek van de houder, ontneffing van de betalir.g van deze leges verleend.
De ontheffing wcrdt verleend tot een bedrag gelijkstaande met de helft
van het verschuldigde.
Artikel 8.
1. De leges worden verschuldigd en moeten worden betaald op het tijdstip,
waarop de te verlenen dienst wordt aar.gevraagd
2. Indien het gevorderde bedrag van ae leges niet kan worden vastgesteld
op het tijdstip waarop de te verlenen dienst wordt aangevraagd, moeten
de legas in afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden be-
taald, indien het betreft:
a. da aanvraag om afgifte van een stuk, het doen van nasporingen of
het verstrekken van inlichtingen, op het tijdstip v«arop onderschei-
denlijk dat stuk wordt afgegeven, die nasporing is gedaar. of die in-
licntingen worden verstrekt;
b- in overige gevallen, binnen 8 dagen na de dagtekening van de schrif-
telijke kennisgeving,stempelafdruk of nota.
3. In de gevallen waarin het gevorderde bedrag van de leges bij schrifte-
lijke kennisgeving ter kennis van de belastingplichtige wordt gebracht,
-4-
4e afd.
flrtikel 6.