2e afd. 118 a,b. Heemstede, 9 oktober 1979. Aan de raad, In een circulaire van 25 september 1979, nr.AB79/U1999, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken ons op de hooqte qesteld van de voor het rijkspersoneel qeopende moqelijkheid om onder bepaalde voorwaar- den vôôr het bereiken van de pensioenqerechtiqde leeftijd vervroegd uit het arbeidsproces te treden onder verkrijqinq van een recht op uitkering. Aanleiding tot het invoeren van deze reqeling is geweest de ontwikke- ling, weike in de laatstetijd terzake in het bedrijfsleven heeft plaatsgehad. Het in het leven roepen van deze nieuwe arbeidsvoorwaar- de heeft ten doel de bestrijdinq van de werkloosheid en de herverde- linq van de werkgeleqenheid. De hoofdkenmerken van de nieuwe maatregel voor het overheidspersoneel zijn: - de mogelijkheid van vervroeqd uittreden geldt in beginsel voor het qehele overhei dspersoneel - de ingangsdatum is 1 november 1979; - het uittreden qeschiedt op basis van vrijwil1igheid - de leeftijd waarop men vervroegd kan uittreden is 63 jaar of ouder, - om vervroegd te kunnen uittreden moet een aaneenqesloten dienstverband bij de overheid vervuld zijn van 10 jaren; - vervroegd uittreden leidt tot ontslag uit de dienst, - de uitkerinq beloopt 80% van de laatstelijk qenoten wedde; - inkomsten uit arbeid van de vervroeqd uitqetredene worden volledig op de uitkering qekort; - de uitkering is welvaartsvast en volgt derhalve de algemene salaris- ontwikkeling; - de periode waarover uitkering wordt toeqekend telt voor de helft mee als diensttijd in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet; - de procedure met betrekking tot het aanvraqen van het ontslag en van de uitkering is qelijk aan die van wachtgeld e.d. - 1 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 65