301
29 november 1979
komen. Daarbij valt te bedenken dat in de opzet van het dekkingsplan nog
geen ruimte is geschapen voor nieuw beleid na 1980. Het dekkingsplan gaat
wat voorzieningen betreft uit van ongewijzigd beleid.
En we hebben toch wel voor de jaren na 1980 een aantal belangrijke projek-
ten in ons hoofdIk noem de sporthal, de broodnodige vernieuwing van ons
zwembad, de sportzaal en andere bijzondere voorzieningen aan de Blekers-
vaartweg-Burgemeester van Lennepweg, het welzijnsbeleid zoals het zich van-
uit de welzijnsplanning kan ontwikkeien. We moeten er voor oppassen datdit
alies op de tocht zou komen te staan. Een wolk aan de financiële hemel zou
in de komende jaren nog kunnen worden een vermindering van het volumeaccres
van de algemene uitkering uit het gemeentefondsVoor 1980 is beschikbaar
gekomen een volumeaccres van 2.35%. De vraag is of voor volgende jaren op
eenzelfde accres gerekend mag worden. Er zijn de laatste tijd geluiden dat
de financiële situatie van het rijk dit niet zou toelaten. Stel dat het vo-
lumeaccres met 1% verminderd wordt - de groei van de algemene uitkering
werd al eerder veriaagd van 3,5% naar 2,35% - dan moeten we rekenen op een
minder bedrag voor:
1981 van f 130.000, 1982 van f 134.000, 1983 van f 138.000, 1984
van f 142.000,
Tegenover al deze eventuele negatieve posten staan dan mogelijke inkomsten
die nu nog niet in de begroting zijn opgenomen. Een voorbeeld is de aange-
kondigde invoering van een bedrag per woning in de algemene uitkering uit
het gemeentefondsDat zou voor 1980 een extra bedrag betekenen van bijna
f 158.000,-- (om precies te zijn f 157.990,50).
Op basis van de verwachte toeneming van het aantal woningen kun je ook de
bedragen voor 1981-1984 berekenen. Het college heeft dat voorgedaan in de
memorie van antwoord. Voor deze verandering in de algemene uitkering is
echter een wetswijziging nodig en die is nog niet rond. Daarom is er inde
begroting nog geen rekening mee gehouden. Een faktor die we als gemeente
wel zelf in de hand hebben is de éên miljoen uit de reserve gasvoorziening
die we volgens de afspraak van een jaar geleden zouden gebruiken voor ex-
tra afschrijvingen in 1979. Die afschrijvingen gaan, naar we dezer dagen
gehoord hebben, nu geëffektueerd worden. Als totaalpost zijn ze nog niet
voor 1980-1984 in de meerjarenbegroting en het dekkingsplan opgenomen.
Maar de lastenveriichting die deze vervroegde afschrijvingen opleveren,
geeft voor de meerjarenperiode 1980-1984 een veel positiever beeld, ook
ai laten we de 5% verhoging onroerend-goedbeiasting schieten.
Wanneer we het geheel zoals ik het in het voorgaande heb geanalyseerd nog
eens overzien, kunnen we de vraag over al dan niet 5% verhoging van de on-
roerend-goedbelasting moeilijk oplossen door er een simpel optel- en af-
treksommetje van te maken. In laatste instantie blijft het een beleidskeu-
ze, met een marge van onzekerheid. In die situatie vindt onze fraktie dat
de weegschaal moet doorslaan naar de burger. Naar onze mening dient de bur-
ger dus geen extra last te worden opgelegd in het kader van de onroerend-
goedbelastingMet belangstel 1 ing wachten wij de reaktie van het college
af. In het bestuurlijk deel bij uitstek van de begroting, hoofdstuk II, a 1 -
gemeen beheer, valt op dat de post voor het gewest Kennemerland nauwelijks
is verhoogd. Ik weet niet in hoeverre daarin een rol speeit de rijksbij-
drage die nog niet zo lang geleden - eindelijk! - door Den Haag aan het ge-
west werd toegekend. Maar ik wii in dit verband toch wel enkele punten
aanstippen.
1. Het is duidelijk dat gewestelijke strukturen niet de liefde hebben van
binnenlandse zaken. Bijna een jaar geleden, in de raadsvergadering van 14
december 1978, toen het onderwerp reorganisatie binnenlands bestuur aan
'de orde was, hebben we daar druk over gesproken. Regionale strukturen ziet