309
29 november 1979
le. Het blijkt nu dat na het voordelig dienstsaldo over 1977 van ca.
2.000.000,-- voor 1978 een positief saldo van f 1.200.000,--
mag v;orden verwacht. Op grond van deze uitkomsten zou verwacht mo-
gen worden dat ook de rekening 1980 er gunstiger uit zal zien dan
de begroting van dat jaar, zeker ook gezien het feit dat, hoewel er
zeker wel verbeteringen zijn aan te wijzen in de methodiek van ramen,
het door het college toegezegde onderzoek naar de oorzaken van het
ontstaan van strukturele rekeningoverschotten nog niet zijn weerslag
heeft kunnen hebben op de in Heemstede toe te passen methodiek van
begroten;
2e. er is in de begroting 1930 nog geen rekening gehouden met de verhoging
van de algemene uitkering uit het gemeentefonds van f 158.000,-- die
het gevolg zal zijn van de te verwachten invoering van een uitkerings-
bedrag per woning van f 12,50.
Wij zijn van mening dat deze inkomstenpost best in de begroting en ook
in de meerjarenbegroting kan worden opgenomen;
3e. naar onze mening is de in de begroting 1980 opgenomen stelpost "las-
tenverlichting" te laag geraamd. Wel is daar rekening gehouden met de
wegvallende afschrijvingen als gevolg van een beschikking over de re-
serve gasvoorziening. Er is echter géén rekening gehouden met de even-
zeer wegvallende rentelasten, die zo'n f 55.000,-- bedragen. Bovendien
is de stelpost "lastenverlichting" voor de jaren 1981 t/m 1984 niet in
de meerjarenbegroting opgenomen, terwijl dit naar onze mening wel had
moeten gebeuren.
In het gepresenteerde dekkingsplan worden voor 1981 en 1982 tekorten ge-
raamd, die weer door de voor 1980, 1983 en 1984 geraamde overschotten wor-
den gladgestreken. Wordt er echter wël rekening gehouden met de invoering
van het uitkeringsbedrag per woning en ook met een hogere raming voor de
stelpost lastenveriichting, dan wijzigt het financiële beeld zich zodanig
dat er alleen voor 1981 nog een tekort van ruim f 100.000,-- mag worden
verwacht, dat meer dan gekompenseerd wordt door de overschotten oplopend
van ca. 200.000,-- in 1980 en 1982 tot zelfs meer dan 700.000,— in
1934.
Met de financiële gegevens waar we nu over beschikken kan dan toch echt
niet gezegd worden dat een verhoging van de onroerend-goedbelasting in
1980 met 52, die zo'n 150.000,-- aan extra inkomsten moet opleveren,
noodzakelijk geacht mag worden. Zelfs kan men zich afvragen of de in het
dekkingsplan opgenomen belastingverhogingen van zo'n 7 tot 8% in de jaren
na 1980 wel in deze omvang nodig zullen zijn. Wij zijn er dan ook niet zo
bang voor dat de belastingtarieven na 1930 schoksgewijze verhoogd zouden
moeten worden als we voor 1980 niet tot een verhoging zouden besluiten.
Samenvattend wii mijn fraktie zich dan ook uitspreken tegen de voorgestel-
de verhoging van de onroerend-goedbelasting. Tevens geven wij het college
in overweging in de begroting 1980 en de meerjarenbegroting 1981 t/m 1984
extra inkomsten op te nemen door wel rekening te houden met de invoering
van het uitkeringsbedrag per woning en met een hogere raming voor de stel-
post lastenverlichting.
Voor het eerst is er nu een begrotingskrant uitgebracht.
Zonder dat we daar nu de laatste tijd al te hard aan hebben moeten trek-
ken, integendeel, is hiermede weer een stukje van ons verkiezingsprogram-
ma gerealiseerd. Van onze voorlichtingsambtenaar heb ik begrepen dat raads-
leden eigenlijk niet zo goed in staat zijn om de kwaliteit van de begro-
tingskrant te beoordelen. Raadsleden zouden de begrotingskrant immers door
een andere bri1 bekijken dan burgers, die zich niet zo intensief met het
gemeentelijk beleid kunnen bezig houden en voor wie de begrotingskrantook
is bedoeld. De voorlichtingsambtenaar moet er zich dan ook maar niets van