327
29 november 1979
steedse Courant waardeert hij het dat deze problemen bespreekbaar zullen
worden in de commissie welzijn.
Spreker is ook verheugd dat het college van mening is dat het dagelijks
bestuur van het gewest een goed standpunt heeft ingenomen ten aanzien van
de verlenging van de gewestregeling in september 1980.
Inzake de algemene beschouwing van de heer Arnoldy is spreker het idee op-
gevallen dat bij de V.V.D.-fraktie leeft ten aanzien van de heroverweging
Men praat over terugdringen van kosten en er wordt gezegd dat het het groot-
ste effekt heeft gesorteerd in de onderwijssektorUit dit soort bewoordin-
gen blijkt naar zijn mening dat er binnen de V.V.D.-fraktie een verkeerd
idee leeft ten aanzien van wat we nu met heroverweging willen bereiken.
Hij heeft de indruk dat het bij de V.V.D. alleen maar gaat om het bezuini-
gen en niet meer of minder.
Sprekers fraktie heeft altijd gezegd dat heroverwegen van het beleid altijd
een goede zaak is, omdat nien ook het nut van bestaand beieid dient af te
wegen tegen het nieuwe beleid wat men graag zou willen voeren. Dat is een
duidelijk andere benadering.
De heer Arnoldy heeft ook gezegd dat de begroting nu zo is opgezet dat mee-
vallers zijn uitgesloten. Spreker vraagt zich af waaruit de heer Arnoldy
dat nu eigenlijk konkludeert, want de praktijk is toch wel anders. Hij hoeft
maar te wijzen op de thans zeer grote rekening-overschotten, zodat er wei
degelijk ook sprake is geweest van meevallers. Ook in de begroting 1980
zitten weer meevallers, waarmee in de vorige meerjarenbegroting geen reke-
ning kon worden gehouden.
De heer Arnoldy merkt op dat het bepaald niet zo is dat zijn fraktie
uitsluitend voor ogen staat alleen maar aan bezuinigingen te denken, hoe-
welwat is er fout aan bezuinigen? Zij ziet de heroverwegingen wel dege-
lijk in het kader van het nieuwe beleid dat zich kan ontwikkelen door fond-
sen die vrijgemaakt worden voor andere doelstellingen en daar heeft zij to-
taai geen bezwaren tegen.
Ten aanzien van meevallers die uitgesloten worden verwijst spreker naar het
woord van de wethouder, die zojuist nog eens heeft herinnerd aan het feit
dat we thans terzake van de materiële stijgingen op de nul-lijn gaan zit-
ten, zodat men daarvan geen meevallers meer kan krijgen. Bovendien is de
begrotingstechniek thans in studie in relatie tot de jaarrekening en meer-
malen is het voornemen van het college uitgesproken dat men analyserend
zal werken naar een rekening waar geen overschotten meer op de jaarrekening
verschijnen. Dat is allemaal taal die hier in deze sfeer geplaatst is en
waarvan hij aanneemt dat die doelstelling ook wordt gerealiseerd. Hij meent
dat de begroting zoals die er nu uitziet ook niet in wezen de elementen in
zich draagt dat men die meevallers zou kunnen verwachten, want hij heeft
van niemand gehoord dat men van een bepaalde post vond dat die overschat
was.
De heer Van Amerongen meent dat het een wonderlijke manier van begroten
zou zijn als men de materiële uitgaven jaarlijks met 3% zou verhogen omdat
het dan wel eens enige tonnen zou kunnen meevallen. Men moet natuurlijk
reëel ramen en hij vindt daarom dat het college juist heeft gehandeld door
te stellen dat die 3% niet reëel is. Wel reëel is het dat men rekening
houdt met autonome stijgingen. Natuurlijk ligt er ook het feit nog steeds
dat er strukturele rekeningoverschotten zijn van formidabele hoogten. Er
ligt een toezegging van het college om een onderzoek te doen naar die struk-
turele rekeningoverschotten, om te bekijken of we met de resultaten van dat
onderzoek niet kunnen komen tot een wijziging in de begrotingsmethodieken.
Daarr.iee komt spreker tot de konklusie dat er thans nog meevallers in de be-
groting zitten. Spreker vraagt zich af wat de reden van de V.V.D.-fraktie
