299
29 november 1979
Ik stel vast dat dit voor een belangrijk deel te danken is aan wijzigin-
gen in het beleid. Als eerste faktor noem ik de heroverweging van het be-
staande beleid zoals die in het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden, het
kritisch bezien van uitgaven die jaar in jaar uit een plaats kregen op de
begroting.
Als tweede faktor noem ik de herbezinning op de uitgangspunten van de meer
jarenbegroting die geleid heeft tot een verfijning daarvan. Zo is de struk
tureie stijging van 3% per jaar voor materiële kosten verlaten, naar onze
mening terecht omdat dit voor een meer statische gemeente als Heemstede
niet reëel is.
De derde faktor is het doen van extra afschrijvingen als de mogelijkheid
daartoe in een bepaaid jaar zich voordoet. 'i
Over deze methode kan men verschillend denken. In ieder geval betekent
het minder kapitaallasten in de volgende jaren. Ik noem hier ook de ont-
trekking van één miljoen aan de gasreserve voor het plegen van extra af-
schrijvingenwaartoe bij de behandeling van de begroting 1979 besloten
werdOok dit zet in niet onbelangrijke mate zoden aan de dijk. Ik kom
daar straks in ander verband nog op terug.
Buiten deze drie oorzaken van meer financiële ruimte, ook door het colle-
ge vermeld in de memorie van antwoord, mag ik bijvoorbeeld nog wijzen op
het bedrag van f 100.000,dat we met ingang van de begroting 1979 jaar-
lijks opvoeren uit de saldireserve en op de stelpost renteverlaginq van
f 225.000,-.
Ik heb in mei ter gelegenheid van de bijstelling van het beleidsplan ge-
zegd dat de werkgroep heroverweging grondig, bekwaam en in rekordtijd prak
tisch het hele gemeentel ijke uitgavenpatroon had doorgelicht. De herover-
weging zoals de raad die gedaan heeft op basis van het rapport van de werk
groep mag een moedige operatie genoemd worden. Ik zeg dat onder volledige
erkenning van het pijnlijke karakter van bepaalde gevoigen. Daarom was het
voor de raad ook niet gemakkelijk om bepaalde beslissingen te nemen.
In het dekkingsplan 1980-1984 wordt rekening gehouden met extra begrotings-
ruimte door efficiencyverbeteringen en beleidsombuigingen.
In de loop der jaren geeft die post een aflopende reeks te zien. De vraag
is hoever men effektief met de heroverweging door kan gaan. Heeft het col-
lege daar enig idee van? Het college zegt in de memopie van antwoord dat
het zich yoortaan hoofdstuksgewijs op de begroting en het beleid zal be-
zinnen. Mijn vraag is: waar wil het college beginnen en welke prioriteiten
denkt het aan te houden? Tenslotte is de vraag wie het college daarvoor
aan het werk wil zetten, met andere woorden: wie zullen van een eventuele
werkgroep deel uitmaken?
Bij de aanpassing en de bijstelling van het beleidsplan in mei heeft de
raad zich uitgesproken voor het systeem van een jaarlijkse behandeling van
de beleidsplanning in twee fasen. De eigenlijke beleidsdiskussies zouden
voortaan plaatsvinden in het voorjaar, ter gelegenheid van het bijschaven
van de doelstel1ingen en het vaststelien van prioriteiten tussen de pro-
jekten. De begrotingsbehandeling in het najaar zou dan, zoals het zo mooi
staat beschreven in de aanhef van de begrotingsbrief 1980, zich kunnen
toespitsen op de financiële aspekten en op de vraag of er sprake is van
een juiste vertaling - financiële vertaling - van de uitgestippelde be-
leidslijnen. De begrotingsbehandeling in het najaar zou dan naar de ver-
wachting van het college sterk vereenvoudigd kunnen worden.
Als ik nu de punten zie die vanuit de frakties in de memorie van antwoord
zijn doorgedrongendus als basis voor de bespreking van de begroting, dan
vraag ik mij af wat er van die verwachte vereenvoudiging is terecht gekûmen
Nâar getal van onderwerpen is daarvan in ieder geval geen sprake. Het aan-
tal vragen is nauwelijks minder dan in het najaar van 1978. Of we daar mor-
